58
2e afd.
28 april 1960.
eenkomstig artikel 12 van het Koninklijk besluit van 22 december 1922
(Staatsblad no. 684), zoals dat sedertdien is gewijzigd, ontvangt, terug
te betalen aan de gemeente.
4. Hij is voorts verplicht zich ten aanzien van zijn lichamelijke of geeste-
lijke geschiktheid om arbeid te verrichten te onderwerpen aan genees-
kundig onderzoek en aan toezicht op de wijze, als door burgemeester en
wethouders te bepalen, en, desverlangd, overeenkomstig de bepalingen
van de Pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 240), een hernieuwd onderzoek
naar zijn lichamelijke of geestelijke gesteldheid aan te vragen.
5. Bij niet nakomen van de verplichting, in het vorig lid genoemd, vervalt
de aanspraak op de uitkering in dit artikel bedoeld.
Artikel 51.
Voor de toepassing van artikel 44 wordt ten aanzien van de ambtenaar,
die na een ziekte of een ongeval de dienst heeft hervat en binnen 30 kalen-
derdagen daarna ten gevolge van dezelfde ziekte of hetzelfde ongeval we-
derom verhinderd wordt zijn dienst te verrichten, de tweede verhindering
als een voortzetting van de eerste aangemerkt.
Artikel 52.
Onverminderd het bepaalde in artikel 45 kan de ambtenaar, die wegens
ziekte of ongeval verhinderd is zijn dienst te verrichten, geneeskundig wor-
den onderzocht, ter beantwoording van de vraag, of de verhindering om de
dienst te verrichten al of niet bestaat, dan wel wat in het belang van een
goede behandeling of genezing nodig is.
Artikel 53.
1. Indien een ambtenaar, die wegens ziekte of ongeval verhinderd is zijn
dienst te verrichten, bezwaar heeft, hetzij tegen de voorschriften, welke
een door burgemeester en wethouders aangewezen geneeskundige in het
belang van een goede behandeling of genezing noodzakelijk acht, hetzij
tegen de opdracht om arbeid te verrichten, hem door burgemeester en
wethouders na overleg met zulk een geneeskundige gegeven, is hij ver-
piicht dit schriftelijk ter kennis van burgemeester en wethouders te
brengen binnen 3 maal 24 uur na ontvangst van een zodanig voorschrift
of een zodanige opdracht.
2. Indien burgemeester en wethouders de bezwaren van de ambtenaar niet
of niet voldoende gegrond achten, wordt een geneeskundig onderzoek
ingesteid door een commissie van drie geneeskundigen, aangewezen op
overeenkomstige wijze, als bedoeld in artikel 10, vierde lid.
3. Verklaren de geneeskundigen of de meerderheid hunner de bezwaren
van de ambtenaar ongegrond, dan wordt hem daarvan mededeling ge-
daan.
4. De kosten van dit onderzoek, de eventuele reis- en verblijfkosten van
de ambtenaar zelf inbegrepen, komen ten laste van de gemeente. Het-
zelfde geldt ten aanzien van de geneeskundige onderzoeken, krachtens
de artikelen 45, 46, 50 en 52, en van de herkeuring, bedoeld in artikel
47, voor zover uit de daarop toepasselijke bepalingen niet het tegendeel
volgt.
Artikel 54.
Geen aanspraak op uitkering van bezoldiging bestaat
a. indien de ambtenaar de ziekte of het ongeval, ten gevolge waarvan hij
verhinderd is zijn dienst te verrichten, met opzet heeft veroorzaakt;
b. indien de ambtenaar, blijkens door of namens burgemeester en wethou-