58 2é afd. 28 april 1960. ders ingewonnen geneeskundig advies, de ziekte of het ongeval heeft ge- simuleerd, althans zodanig geaggraveerd, dat verhindering tot dienst- verrichting niet kan worden aangenomen; c. indien de ziekte of het ongeval het gevolg is van een misdrijf, door de ambtenaar begaan, van misbruik van alcoholische dranken of bedwel- mende middelen, van zijn onzedelijkheid of van ander wangedrag. Artikel 55. De aanspraak op uitbetaling van bezoldiging onderscheidenlijk uitkering vervalt met ingang van de dag, waarop: a. de ambtenaar weigert zich te onderwerpen aan een onderzoek of her- keuring, krachtens een der artikelen 45, 46, 47, 52 en 53, of, na voor zulk een onderzoek te zijn opgeroepen, zonder geldige redenen niet ver- schijnt dan wel weigert zich voor dat onderzoek of die herkeuring in een ziekeninrichting, waarvan de keuze indien mogelijk aan hem blijft, te laten opnemen, indien een door burgemeester en wethouders aange- wezen geneeskundige, na overleg met de behandelende geneeskundige, dit nodig oordeelt; b. de ambtenaar niet opvolgt voorschriften of opdrachten als bedoeld in het eerste lid van artikel 53, nadat deze onherroepelijk zijn geworden, voorschriften tot operatief ingrijpen daaronder niet begrepen; c. de ambtenaar blijkens een onderzoek of herkeuring als onder a van dit artikel bedoeld, in staat is werkzaamheden, zij het ook andere dan zijn gewone, te verrichten en hij dit weigert, wanneer dit hem door burge- meester en wethouders, gehoord een door hen aangewezen deskundige, wordt opgedragen; d. de ambtenaar, tijdens de verhindering om dienst te verrichten, voor zichzelf of voor derden arbeid verricht, tenzij hem zulks blijkens een geneeskundige verklaring is toegestaan; e. de ambtenaar zich schuldig maakt aan gedragingen, waardoor zijn ge- nezing wordt belemmerd. Artikel 56. In bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders op voorstel van het hoofd van dienst gelasten, dat in afwijking van het be- paalde in de artikelen 54 en 55, de uitbetaling van bezoldiging geheel of gedeeltelijk aan anderen dan aan de ambtenaar zal geschiedo" Artikel .57. In geval van ziekte of ongeval, ontstaan in verband met zijn dienstbe- trekking, heeft de ambtenaar aanspraak: a. op vergoeding van de daaruit voortvloeiende schade aan hem toebe- horende kleding en uitrusting toegebracht; b. op vrije genees- en heelkundige behandeling op de voet van de bepalin- gen der Ongevallenwet 1921. Artikel 58. 1. De ambtenaar en de gewezen ambtenaar of hun nagelaten betrekkingen hebben geen aanspraken, als bedoeld in dit hoofdstuk, indien de ver- hindering om dienst te doen, het lichamelijk letsel, de schade aan kle- ding en uitrusting, het ontslag of het overlijden gevolg is van een on-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 25