58 2e afd. 28 april 1960. 3. Ter zake van de toepassing van het bepaalde in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk overleg gepleegd in de commissie, bedoeld in ar- tikel 115, lid 1. Artikel 73. 1. De ambtenaar is verpiicht tot geheimhouding van hetgeen hem in zijn ambt is ter kennis gekomen, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt of hem uitdrukkelijk is opgelegd. 2. De in het vorige lid bedoelde verpllchting bestaat niet tegenover hen, aan wie de ambtenaar onmiddellijk of middellijk ondergeschikt is, noch in zover de ambtenaar door het hoofd van dienst van de verplichting tot geheimhouding is ontheven. Artikel 74. 1. Het is de ambtenaar verboden een uit een openbare kas bezoidigd ambt, waartoe de benoeming niet van gemeentewege geschiedt, tegeiijk met zijn ambt te bekleden, anders dan met machtiging van burgemeester en wethouders. 2. Deze machtiging wordt niet verleend, indien gelijktijdige vervulling zon- der ontheffing van de dienst naar het oordeel van burgemeester en wet- houders niet mogelijk is en voor ontheffing van de dienst naar hun oor- deel geen voldoende grond bestaat. Zij kan worden ingetrokken indien gelijktijdige vervulling overwegend bezwaar blijkt op te leveren en voor ontheffing van de dienst naar het oordeel van burgemeester en wethou- ders geen voldoende grond bestaat. 3. Bij aanvaarding van zodanig ambt, zonder machtiging, of voortgezette bekleding daarvan, nadat de machtiging is ingetrokken, wordt de ambtenaar geacht zijn ontslag te hebben gevraagd. Artikel 75. 1. Het is de ambtenaar verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders een nevenbetrekking te aanvaarden of nevenwerkzaam- heden te verrichten dan wel nering en handel te drijven of in zijn wo- ning te doen drijven op zijn naam of op naam van enig lid van zijn ge- zin. 2. Deze toestemming wordt in elk geval geweigerd, indien de in het eerste lid bedoelde handelingen schadelijk kunnen zijn voor zijn dienstvervul- ling, of niet in overeenstemming zijn met het aanzien van zijn ambt. Artikel 76. 1. Het is de ambtenaar verboden middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan aannemingen en leveringen ten behoeve van openbare diensten. 2. Hij is verplicht zich te gedragen naar hetgeen voor hem bij zijn instruc- tie is bepaald ten aanzien van het deelnemen, middellijk of onmiddellijk, aan aannemingen en leveringen ten behoeve van anderen. Artikel 77. Het is de ambtenaar verboden: a. ten eigen bate diensten te Iaten verrichten door personen in gemeente- dienst; b. ten eigen bate aan de gemeente toebehorende eigendommen te gebrui- ken; c. misbruik te maken van hetgeen hij in zljn ambt vernomen heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 29