58 2e afd. 28 april 1960. Artikel 78. 1. Het is de ambtenaar in zijn ambt verboden, anders dan met goedvinden van burgemeester en wethouders, vergoedingen, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen. 2. Het aannemen van steekpenningen is onvoorwaardelijk en ten streng- ste verboden. Artikel 79. Aan ambtenaren of aan bepaalde groepen van ambtenaren van een be- paalde dienst kan door burgemeester en wethouders worden verboden com- missaris, bestuurder, vennoot, aandeelhouder of lid te zijn van nader te noemen vennootschappen, stichtingen of verenigingen, welke geregeld in aanraking komen of krachtens haar opzet kunnen komen met de betrok- ken dienst. Artikel 80. 1. De ambtenaar is verplicht tijdens zijn dienstvervulling de voor hem voorgeschreven dienstkleding en onderscheidingstekenen te dragen. 2. Het is hem niet geoorloofd, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders, buiten dienst, anders dan gaande naar of komende van zijn dienst, dienstkleding of onderscheidingstekenen te dragen. 3. Het dragen van dienstkleding of onderscheidingstekenen buiten model is verboden, behoudens door of vanwege burgemeester en wethouders te verlenen ontheffing. Artikel 81. 1. Wanneer de ambtenaar bij de uitoefening van zijn dienst door zijn schuld aan de gemeente schade berokkent, kunnen burgemeester en wethouders, onverminderd de ter zake op te leggen straf, hem de ver- plichting opleggen die schade geheel of ten dele te vergoeden. Zij gaan hiertoe niet over dan na de ambtenaar ter zake te hebben gehoord. De ambtenaar kan zich hierbij door een raadsman doen bijstaan. 2. Indien schadevergoeding wordt opgelegd, geven burgemeester en wet- huders hiervan schriftelijk kennis aan de ambtenaar. 3. De schadevergoeding wordt ingehouden op de bezoldiging van de amb- tenaar. Deze inhouding zal ais regel niet méér bedragen dan 5 van het te ontvangen bedrag per maand, of, indien de bezoldiging per week wordt uitbetaald, niet meer dan 1 van het te ontvangen bedrag per week. 4. Wanneer de ambtenaar de dienst gaat verlaten, wordt al hetgeen hij de gemeente schuldig is, ingehouden. 5. De inhouding wordt opgesehort, wanneer de ambtenaar bij de beroeps- instanties in beroep gaat, totdat door deze instanties uitspraak is ge- daan. Artikel 82. 1. Aan de ambtenaar, die in het belang van de dienst verplicht wordt te verhuizen, wordt door burgemeester en wethouders een door hen vast te stellen vergoeding verleend. 2. Deze vergoeding wordt bepaald naar gelang van de ter zake gemaakte kosten en geleden schade. Zij wordt beperkt tot hetgeen werkelijk, met inachtneming van redelijke zuinigheid, moest worden uitgegeven en kan een bedrag van 10 van het jaarsalaris niet overschrijden. 3. Geen vergoeding van verhuiskosten wordt toegekend, indien de ambte- naar door zijn gedrag of nalatigheid de verhuizing in het beiang van de dienst noodzakelijk heeft gemaakt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 30