58 58 2e afd. 28 april 1960. Artikel 83. 1. De ambtenaar heeft recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten ter zake van dienstreizen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen omtrent de vaststelling en uitke- ring van deze vergoeding nadere regelen vaststellen. Artikel 84. 1. Indien een persoon, die hetzelfde perceel bewoont als de ambtenaar of ten hoogste 14 dagen tevoren bewoond heeft, lijdende is aan een be- smettelijke ziekte van groep A, bedoeld in het tweede lid van artikel 1 van de Besmettelijke Ziektenwet 1928 (Staatsblad no. 265), is het de ambtenaar verboden aan de dienst deel te nemen. 2. Indien een persoon, die hetzelfde perceel bewoont als de ambtenaar of ten hoogste 14 dagen tevoren bewoond heeft, lijdende is aan een be- smettelijke ziekte van groep B, bedoeld in het tweede lid van artikei 1 van de Besmettelijke Ziektenwet 1928 (Staatsblad no. 265), is het de ambtenaar verboden aan de dienst deel te nemen, tenzij uit een genees- kundige verklaring blijkt, dat gevaar voor overbrenging der ziekte niet bestaat. De ambtenaar is verplicht bij het waarnemen in het perceel van een ziekte, als in dit of in het vorige lid bedoeld, hiervan ten spoedigste kennis te geven aan het hoofd van dienst. 3. Aan de ambtenaar kan door het hoofd van dienst ingeval van ziekten, die voor de omgeving gevaar opleveren, de deelneming aan de dienst worden ontzegd. 4. Het verbod tot deelneming aan de dienst houdt tevens in het verbod tot het betreden van dienstlokalen of -terreinen. 5. De ambtenaar ontvangt over de tijd, gedurende welke het hem, over- eenkomstig het bepaalde in dit artikel, verboden is aan de dienst deel te nemen, zijn volle bezoldiging. Artikel 85. Indien schriftelijke klachten de ambtenaar betreffend, bij hoofden van dienst of bij burgemeester en wethouders inkomen, wordt de ambtenaar, in- dien het voornemen bestaat aan die klachten gevolg te geven, zo spoedig mogelijk in de gelegenheid gesteld daarvan kennis te nemen en is hij des- gevorderd verplicht de desbetreffende stukken voor gezien te tekenen. Hij is bevoegd zijn oordeel over de inhoud daarvan zowel mondeling als schrif- telijk te geven. Artikel 86. 1. De rekenplichtige ambtenaar wordt van de verplichting tot aanzuive- ring van een tekort geheel of gedeeltelijk ontheven, naarmate hij het beheer nauwgezet heeft gevoerd en de nodige voorzorgen heeft ge- nomen voor de bewaring van gelden en geldswaardige papieren. 2. Vloeit de verplichting tot aanzuivering van een tekort voort uit aan- sprakelijkheid voor ondergeschikten, dan wordt bovendien in aanmer- king genomen, in hoeverre hij op de handelingen van het personeel deugdelijk toezicht heeft gehouden. Artikel 87. De rekenplichtige ambtenaar is van zijn verantwoordelijkheid ontheven gedurende de tijd, dat hij door ziekte of wettige afwezigheid zijn beheer niet persoonlijk heeft gevoerd, indien gedurende die tijd zijn betrekking wordt waargenomen krachtens aanwijzing door of namens burgemeester en wethouders.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 31