58
2e afd.
28 april 1960.
van 3 maanden, vermeerderd met het percentage, genoemd in artikel
31. Als maatstaf bij de berekening van het in de vorige volzin bedoelde
bedrag geldt de bezoldiging, welke de ambtenaar op de dag van het
overlijden genoot. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar
nalaat geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige,
erkende natuurlijke en pleegkinderen. Ontbreken ook zodanige kinde-
ren, dan geschiedt de uitkering indien de overledene kostwinner was van
ouders, meerderjarige kinderen, broeders of zusters ten behoeve van
deze betrekkingen.
3. Indien de overledene geen betrekkingen, als bedoeld in het tweede lid,
uaiaat, kan het daarbedoelde bedrag door het bevoegd gezag geheel
of ten dele worden uitgekeerd voor de betaling van de kosten van de
laatste ziekte en van de lijkbezorging, indien de nalatenschap van de
overledene voor de betaling van die kosten ontoereikend is.
Artikel 113.
1. Gedurende de maand van het overlijden en de volgende 3 maanden
behouden de achterblijvende gezinsleden het gebruik der ambts- of
dienstwoning, waarin zij met de ambtenaar woonden, onder het genot
van de emolumenten welke in verband hiermede werden genoten. Daar-
van kan echter worden afgeweken, als burgemeester en wethouders
dat in het belang van de dienst noodzakelijk achten. Alsdan wordt
door hen naar billijkheid een schadevergoeding gegeven.
2. Bij vrijwillig verlaten van de ambts- of dienstwoning binnen de termijn,
gedurende welke de woning nog mag worden gebruikt, kunnen burge-
meester en wethouders te hunner beoordeling een vergoeding geven.
Artikel 114.
Indien door de ambtenaar voor het gebruik der ambts- of dienstwoning
een vergoeding verschuldigd was, voldoen de achtergebleven gezinsleden
deze over de tijd gedurende welke zij het gebruik dier woning behouden.
HOOPDSTUK X.
Georganiseerd overleg.
Artikel 115.
1. Een geregeld overleg aangaande de vaststelling, aanvulling, wijziging,
intrekking en toepassing van op de ambtenaren toepasselijke algemeen
verbindende voorschriften vindt plaats in de commissie voor georgani-
seerd overleg.
2. De samenstelling en de werkwijze van deze commissie worden bij af-
zonderlijke verordening geregeld.
HOOFDSTUK XI.
Overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 116.
Het ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening ver-
vallen het reglement voor de ambtenaren in dienst der gemeente Heem-
stede, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 juli 1931, sedert gewijzigd, en
het reglement voor de werklieden in dienst der gemeente Heemstede, vast-
gesteld bij raadsbesluit van 26 juli 1928, sedert gewijzigd.