58
2e afd.
28 april 1960.
Artikel 39
Het buitengewoon verlof, thans geregeld in een besluit van ons college,
zal daarentegen voortaan in het Ambtenarenreglement worden gereglemen-
teerd.
Artikel 48
Gelet op de bestaande gunstige regeling, neergelegd in artikel 36 4e
lid van het Ambtenarenreglement en artikel 30, 4e lid, van het Werk-
liedenreglement is een overeenkomstige regeling in artikel 48 van het
ontwerp opgenomen. Deze regeling komt hierop neer, dat bij ziekte een
ambtenaar met kan worden ontslagen voordat de termijn, tijdens welke
hij nog aanspraak op gehele of gedeeltelijke bezoldiging heeft is ver-
streken.
Artikel 49
Nu in artikei 48 voor de ambtenaren een zeer gunstige bepaling is
opgenomen, terwijl voorts in artikel 107 de, eveneens gunstige, bestaande
bepahng omtrent het ontslag van 65-jarigen aan het einde van het betref-
tende kaienderjaar is overgenomen, achten wij het anderzijds niet on-
redelijk m artikel 49 de uitkering wegens ziekte, na het ontslag, tevens te
i bceindigen aan het einde van het kalenderjaar, waarin de 65-jarige
leextijd is bereikt. Immers ook indien betrokkene niet ziek was zou hij op
et emde van dat jaar eveneens zijn ontslagen. Een regeling als in artikel
49 îs opgenomen, ontbreekt in het bestaande Ambtenaren- en Werklieden-
reglement, zodat uiteindelijk toch van een belangrijke verbetering kan
worden gesproken.
Artikel 94
Tot heden kan een hoofd van dienst een werkman ook straffen door hem
te schorsen of hem een geldboete op te leggen.
Het „model" kent deze boevoegdheden echter niet aan de hoofden van
dienst toe.
Wij zijn van mening, dat de straffen welke door de hoofden van dienst
zouden kunnen worden opgelegd, tot een minimum beperkt moeten blijven
en de strafoplegging een aangelegenheid van ons college dient te zijn.
Artikel 107
De bestaande bepaling inzake de datum van ingang van het ontslag van
65-jarigen is gehandhaafd, zodat het ontslag ingaat aan het einde van het
betreffende kalenderjaar.
De bestaande bepaling, dat aan de raad machtiging moet worden ge-
vraagd om een ambtenaar boven de 65-jarige leeftijd in dienst te houden,
is niet m het ontwerp overgenomen. Het oordeel over de wenselijkheid vari
het al dan niet aanblijven van een ambtenaar wordt in het ontwerp over-
gelaten aan het gezag, dat bevoegd is het ontslag te verlenen.
Artikel 110
Aan dit artikel is een 2e lid toegevoegd, gelijk aan een desbetreffende
bepahng van het Aigemeen Rijksambtenarenreglement.
Artikel 118
Het Iijkt ons het eenvoudigst, indien de datum van inwerkingtredina:
door ons wordt bepaald.