59 2e afd. 28 april 1960. ARBEIDSOVEREENKOMSTENVERORDENING De Raad der gemeente Heemstede, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en het advies van de commissie van overleg, groepen ambtenaren en werklieden, BESLUIT: vast te stellen de navolgende ARBEIDSOVEREENKOMSTENVERORDENING Algemene bepalingen. Artikel 1. Voor de toepassing dezer verordening wordt verstaan onder: „hoofd van dienst": de door het gemeentebestuur als zodanig aangewe- zen autoriteit; „werknemer": hij, die overeenkomstig de bepaiingen van deze veror- dening op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst is genomen. Artikel 2. 1. Indienstneming op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht geschiedt, behoudens het bepaalde in het tweede lid, overeenkomstig de bepalin- gen van afdeling I dezer verordening. 2. Tenzij de indienstneming geschiedt voor het verrichten van admini- stratieve werkzaamheden, vallen niet onder de bepalingen van afdeling I dezer verordening werknemers, die op arbeidsovereenkomst naar bur- gerlijk recht in dienst worden genomen: a. voor tijdelijke aanpassing van het personeelsbestand van een dienst of bedrijf aan een wisselende behoefte, indien bij de indienstneming mag worden aangenomen dat de duur der werkzaamheden niet meer zal bedragen dan een jaar, of in uitzonderingsgevailen ten hoogste twee jaren; b. als leerling, behoudens toepassing van artikel 5, eerste lid, onder b. 3. Indienstneming van de in het tweede lid onder a en b bedoelde werk- nemers geschiedt met inachtneming van het bepaalde in afdeling II dezer verordening. Artikel 3. 1. De bepalingen van deze verordening vinden slechts toepassing, voor zo- ver niet bij of krachtens een wet anders is of wordt bepaald of voor zover niet een andere gemeentelijke regeling om bijzondere redenen haar toepasselijkheid uitsluit. 2. Indienstneming op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht vindt niet plaats indien de aard der betrekking geacht moet worden een privaat- rechtelijk dienstverband uit te sluiten, tenzij naar het oordeel van bur- gemeester en wethouders het dienstbelang anders vereist. Artikel 4. Voor de toepassing van de in deze verordening aangehaalde artikelen van het Burgerlijk Wetboek wordt onder „werkgever" verstaan: het ge- zag, bevoegd tot indienstneming van de werknemer en onder arbeider"- de werknemer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 43