62 2e afd. 28 april 1960. ZEVENDE WIJZIGING JAARWEDDEREGELING AMBTENAREN Aan de Raad, In ons voorstel, hetwelk leidde tot Uw besluit van 28 januari 1960, no. 23, tot toekenning' van een voorsehot op de salarisverhoging over het eerste kwartaal 1960, deelden wij U mede, dat de salarissen van het overheids- personeel een verhoging zouden ondergaan zulks in het kader van de huidige algemene loonpolitiek, welke gericht is op grotere differentiatie in de lonen. In afwachting van een definitieve beslissing terzake werd aan het over- heidspersoneel over het le kwartaal 1960 een voorschot uitbetaald hetwelk gebaseerd was op een salarisverhoging van 3 Bij Uw hierboven ge- noemd besluit werd een overeenkomstige voorziening getroffen voor het personeel onzer gemeente. Inmiddels heeft de regering besloten, dat de algemene salarisverhoging 5 zal bedragen, terwijl daarnaast de mogelijkheid gelaten is tot een verbetering van de financiële positie van het overheidspersoneel tot ten hoogste 1,2 van de salarislast. Omtrent de besteding van deze 1,2 voor zover dit percentage niet reeds wordt gebruikt voor de incorporatie van de huurcompensatie 1957 in de salarissen en voor enkele bijzondere voorzie;c.ngen voor de laagstbezoldigden, vindt nader overleg plaats in de Centrale Commissie voor georganiseerd overleg in rijksambtenarenzaken. In zijn circulaire d.d. 24 maart 1960, no. A 602/U 944 doet de Minister van Binnenlandse Zaken mededelingen ovrr diverse salarismaatregelen. Enkele van deze maatregelen zijn in afzonderlijke voorstellen aan Uw College vervat. Wij zijn voornemens ten aanzien van hetgeen in deze circulaire met be- trekking tot de toekenning van een extra-periodieke verhoging aan de mid- delbare ambtenaren, die geen voordeel hebben ondervonden van de salaris- maatregelen van 1 april 1958, wordt gesteld, voor het personeel in onze gemeente een overeenkomstige gedragslijn te volgen. De algemene salarisverhoging zal, zo heeft de regering besloten, in principe op 1 januari 1960 ingaan, of eerder, indien over enige tijd zou blijken dat de data van ingang van de loonsverhogingen in het particuliere bedrijfsleven daartoe aanleiding geven. Echter zal deze salarisverhoging van 1 april 1960 af in de salarisschalen en in de loontabellen worden opge- nomen en dientengevolge maandelijks respectievelijk wekelijks worden uitbetaald. Omtrent de realisering van deze verhoging over het le kwar- taal 1960, alsmede omtrent de vaststelling van nieuwe loontabellen voor de werklieden, worden Uw College afzonderlijke voorstellen gedaan. In de nieuwe salarisschalen voor de ambtenaren per 1 april 1960 zal tevens worden opgenomen de compensatie voor de huurverhoging 1957, welke compensatie 2 bedroeg met een minimum van f 161,76 per jaar en een maximum van f 208,80 per jaar. De mede in de salarisschalen verwerkte 5 %-verhoging is ook berekend over deze geïncorporeerde huurcompensatie. Aan de hand van bij de ministeriële circulaire gevoegde inpassings- tabellen zijn voor de ambtenaren onzer gemeente nieuwe salarisschalen ontworpen, welke schalen als bijlage bij nevensgaand ontwerp-besluit tot wijziging der jaarwedderegeling voor de ambtenaren zijn opgenomen. De salarisbedragen van salarisklasse I, alsmede het maximum van sala- risklasse II, zijn één periodieke verhoging opgeschoven, zulks als een bijzondere voorziening voor de laagstbezoldigden. De in de jaarwedderegeling genoemde functies welke geen volle dagtaak vormen dienen met 7 en enkele toelagen met 5 te worden verhoogd, waarna afronding kan plaats vinden, een en ander overeenkomstig de in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 67