63
2e afd.
28 april 1960.
BEZOLDIGING AMBTENAREN
Aan de Raad,
Bij Uw besluit van 18 december 1958, no. 153b werden met ingang van
1 januari 1959:
1. de beloningen voor jeugdig administratief personeel met 6 verhoogd.
(Deze verhoging werd voor de overige ambtenaren in de salarisschalen
opgenomen)
2. de wedden van de ambtenaren met uitzondering van de bedragen ge-
noemd in de artikelen 10, 11 en 16 der jaarwedderegeling verhoogd met
5,6 als compensatie voor de premie ingevolge de Algemene Ouder-
domswet.
In ons voorstel tot de zevende wijziging van de jaarwedderegeling voor
de ambtenaren hebben wij gesteld, dat wij het wenselijk oordelen dat de
jeugdlonen niet meer in de jaarwedderegeling worden opgenomen, doch dat
de beloning van jeugdig administratief personeel conform de rijksregeling
zelI geschieden.
Voorts zullen met ingang van 1 april 1960 de bedragen vermeld in de
eerder genoemde artikelen der jaarwedderegeling wel een verhoging met
5,6 als compensatie voor de A.O.W.-premie kunnen ondergaan. De ver-
hoging met 5 zal dan achterwege blijven.
Zoals bekend is de compensatie voor de A.O.W.-premie sedert 1 oktober
1959 ook bestemd voor de premie ingevolge de Algemene Weduwen- en
Wezenwet.
Om bovengenoemde redenen is het noodzakelijk, Uw in de aanhef dezes
genoemd besluit in te trekken en een nieuw besluit, regelende de compen-
satie voor de premiën ingevolge de A.O.W. en A.W.W. vast te stelien.
Wij verzoeken U hiertoe over te gaan door vaststelling van bijgevoegd
ontwerp-besluit.
Heemstede, 8 april 1960.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.
