67
2e afd.
28 april 1960.
UITKERING-INEENS OVER HET le KWARTAAL 1960.
Aan de Raad,
In ons voorstel aan Uw raad tot zevende wijziging van de Jaarwedde-
regeling voor de ambtenaren hebben wij U ingelicht omtrent de maatre-
gelen der regering ten aanzien van een salarisverhoging voor het over-
heidspersoneel in het kader van de gedifferentieerde loonpolitiek. Wij deel-
den U daarin mede, dat deze salarisverhoging in het algemeen 5 be-
draagt en van 1 april 1960 af in de salarisschalen en in de loontabellen zal
worden opgenomen.
Over het eerste kwartaal 1960 werd reeds een voorschot van 3 aan het
overheidspersoneel uitbetaald. Aan het personeel onzer gemeente geschied-
de dit op grond van Uw besluit van 28 januari 1960 no. 23.
In een circulaire d.d. 28 maart 1960 no. A 602/U 962 deelt de Minister
van Binnenlandse Zaken ons mede, dat aan het rijkspersoneel over het
eerste kwartaal van 1960 eenzelfde uitkering zal worden gedaan als het
reeds uitbetaalde voorschot van 3%, zulks ten einde de bepaling van het
uit te betalen bedrag zo eenvoudig mogelijk te houden. Dit betekent der-
halve, dat over genoemd kwartaal een salarisverhoging van 6 zal worden
uitbetaald in plaats van een van 5 Hier staat echter tegenover, dat
diverse bijzondere uitkeringen en vergoedingen, o.a. voor overwerk, geen
verhoging zullen ondergaan.
Voornoemde Minister verzoekt ons te bevorderen, dat aan het gemeente-
personeel over het le kwartaal van 1960 een uitkering-ineens zal worden
verleend van in totaal 6 een en ander onder volledige verrekening van
het reeds eerder als voorschot toegekende bedrag.
Onder mededeling, dat de plaatselijke commissie van overleg voor het
gemeentepersoneel, blijkens het bij de stukken ter inzage gelegde advies,
hiermede volledig instemt, stellen wij U voor, tot het toekennen van een
dergelijke uitkering te besluiten door vaststelling van bijgevoegd ontwerp-
besluit.
Heemstede, 8 april 1960.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.
