299
27 oktober 1960.
Heemstede d.d. 12 oktober 1960, om ingevolge artikel 72 der L.o.-wet
1920 gelden beschikbaar te stellen voor het inrichten van een leslokaal
voor het geven van het vak handenarbeid met leermiddelen daarvoor
in de Bosch en Hovenschool.
e. verzoek van het r.-k. parochiaal Kerkbestuur van de H. Bavo te Heem-
stede, d.d. 18 oktober 1960, om ingevolge artikel 72 der L.o.-wet 1920
gelden beschikbaar te stellen voor het aanschaffen van leerboeken en
leermiddelen wegens invoering van een 4-jarige opleiding ten behoeve
van de St. Antonius uloschool.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
zonder hoofdelijke stemming, besloten de stukken genoemd onder d
en e in hun handen te stellen om preadvies.
III. VOORSCHOT 5-JAARLIJKSE AFREKENING EXPLOITATIEVER-
GOEDING BIJZONDERE SCHOLEN 19531957.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
139. Voorschot 5-jaarlijkse afrekening exploitatievergoeding
bijzondere scholen 19531957.
De Yoorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
IV. BIJDRAGE IN DE EXPLOITATIEKOSTEN VAN HET
MINERVA-THEATER.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
140. Bijdrage in de exploitatiekosten van het Minerva-theater.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de financiën zich
hiermede kan verenigen.
Ir. Kooijmans verzoekt voor de komende jaren in de voorstellen te ver-
melden, dat het subsidiebedrag lager is dan de helft van de opbrengst van
de belasting openbare vermakelijkheden voor zover zulks het Minerva-
theater betreft. Dit is n.l. het maximum bedrag dat als bijdrage kan worden
verleend.
De Voorzitter antwoordt, dat deze bepaling toch aan de raad bekend is.
Daarmede is bij de vaststelling" van het subsidiebedrag rekening gehouden.
AHeen wanneer er sprake zou zijn van een wijziging in de berekening van
het subsidie, is het z.i, zaak dit ter kennis van de raad te brengen.
Ir. Kooijmans is van mening, dat, wanneer de helft van de belasting o.v.
wordt aangegeven, dit voor de raad het bewijs zal zijn dat het bedrag in
orde is.
De Voorzitter wijst er nogmaals op, dat er nu geen wijziging van de
gangbare berekening van de bijdrage aan de orde is. Zolang er geen afwij-
king is, is het niet nodig dit nog eens met nadruk te vermelden.
Ir. Kooijmans merkt op, dat het bedrag elk jaar wijzigt, zodat het wel
g°ed is als vermeld wordt, dat het voorgestelde bedrag lager is dan de
helft van de opbrengst van de vermakelijkheidsbelasting.
Mr. Pliester begrijpt de opmerking van de heer Kooijmans wel. Zo wist
spreker niet, dat het subsidiebedrag verband hield met de opbrengst van
de vermakelijksheidsbelasting. Hij heeft aan de heer Kooijmans gevraagd
