27 oktober 1960.
304
stede zal voordoen maar als anderen dat wel zien zal spreker niet langer
op wijziging van de door burgemeester en wethouders voorgestelde redac-
tie aandringen.
De heer Schuitenmaker wijst er op, dat er in Heemstede al over de
honderd bovengrondse olietanks met een inhoud van 10001200 liter, aan-
wezig zijn. In Haarlem heeft men daar een regeling voor gemaakt. Spreker
vraagt of art. 202 c le lid hierop van toepassing is, zodat hiervoor door
burgemeester en wethouders nog nadere regels zullen worden gesteld.
Ook de heer Zegwaart is het bekend, dat er heel wat bovengrondse olie-
tanks in Heemstede zijn van rond 1500 liter inhoud. Spreker heeft
nergens kunnen vinden hoe deze eigenaars nu zullen moeten gaan han-
delen.
De Voorzitter antwoordt, dat het verboden is om olietanks met een
grotere inhoud dan 200 iiter te hebben. Van dit verbod kunnen burgemees-
ter en wethouders ontheffing verlenen. Het aannemen van deze wijziging
van de algemene politieverordening impliceert, dat er verschillende in-
stallaties in deze gemeente zullen zijn die niet voldoen aan de bepalingen
van deze verordening. Daar wordt dus een onderzoek naar ingesteld. Het
kan best zijn dat de een een vat heeft van 1200 liter inhoud dat geen
enkel gevaar voor de omgeving oplevert en dat burgemeester en wet-
houders daar ontheffing van de A.P.V. voor zullen verlenen, terwijl een
ander een even groot vat heeft maar dat opgesteld staat waar het wel
gevaar zou kunnen opleveren en dat hij geen ontheffing van de A.P.V.
krijgt. Een en ander houdt in, dat daarnaar een onderzoek moet worden
ingesteld. Burgemeester en wethouders wisten niet, dat er zoveel vaten
van die grootte in deze gemeente waren. Als het er meer dan 100 zijn komt
er werk aan de winkel.
De heer Schuitenmaker meent, dat de mensen die zo'n tank al jaren
in gebruik hebben, toch wel een beetje soepel behandeld moeten worden.
De Voorzitter: ,,Tenzij de tank gevaar oplevert voor de omgeving".
De heer Zegwaart heeft zich afgevraagd hoe het mogelijk is, dat die
grote tanks er gekomen zijn, want ook onder de nu geldende bepalingen
van de politieverordening was dit al verboden, als spreker het tenminste
goed gelezen heeft.
De Voorzitter moet hierover het antwoord schuldig blijven.
De heer Van Kesteren vraagt of de toezegging dat eventueel ontheffing
kan worden verleend alleen geldt voor de reeds aanwezige vaten of dat
voor de nieuw te plaatsen tanks ook ontheffing aan burgemeester en wet-
houders kan worden gevraagd.
De Voorzitter: „Dat spreekt vanzelf".
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
IX. VERKOOP GROND PLAN IPENRODE.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
145. Verkoop grond Rivierenbuurt.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het grondbedrijf zich
hiermede kan verenigen.
Mevr. van der Meulen wil alleen opmerken, dat het haar heel erg ver-
heugt, dat deze grond aan Heemstedenaren wordt verkocht.