166
4e afd.
15 december 1960.
de conserverende werkzaamheden voorlopig uit eigen middelen te bestrij-
den en te zijner tijd aan het Rijk te verzoeken alsnog een bijdrage te
verlenen.
Daarna is begin februari 1959 een aanvang met de werkzaamheden ge-
maakt en wel het eerst met de toegangspoort en de walmuur. Vervolgens
werden het dakbeschot, de pannen en de goten van de Duivenpoort verwij-
derd daar deze gevaar zouden kunnen opleveren. Om verder verval en ver-
dere verzakkingen van de Duivenpoort te stuiten zou daaronder een nieuwe,
tot de vaste grondlaag gaande fundatie worden aangebracht. Deze zou be-
staan uit een viertal palen geheid of gepulst op elke hoek, met daarover
een betonplaat, ten einde op deze wijze de krachten via de palen op de
vaste grondlaag over te brengen. In verband met het aanbrengen der palen
is de funderingsvoet bloot gegraven, waarbij gezorgd werd, door middel
van afstempeling en het aanbrengen van 2 kransen, dat het geheel stabiel
bleefDesondanks is niet voorkomen kunnen worden, dat op 28 mei 1959 het
gewelf gedeeltelijk ingestort is en de muren omgevallen zijn.
Zoals reeds vermeld was inmiddels in 1956 door de gemeente het tot het
complex het Oude Slot behorende rechterbouwhuis aangekocht. In ons
voorstel om tot die aankoop over te gaan argumenteerden wij, dat daardoor
voorzien zou worden in de behoefte aan een commandopost voor de Be-
scherming Bevolking. Op de inrichting daarvan werd door de Commissaris
der Koningin in deze provincie sterk aangedrongen omdat Heemstede de
enige gemeente in Noordholland was waar nog geen commandopost in ge-
reedheid was gebracht.
Voorts stelden wij in uitzicht, dat een gedeelte van het gebouw, na
enige verbouwing, gebezigd zou kunnen worden als woning voor een Iid
van de plaatselijke politie, terwijl het resterende deel benut zou kunnen
worden als onderkomen voor jeugdorganisaties.
Bij de nadere uitwerking van de plannen tot inrichting van het gebouw
voor de gestelde doeleinden kwam nog naar voren de dringende behoefte
aan een vergaderlokaliteit, mede nodig voor instructie van de verschillende
onderdelen van de organisatie Bescherming Bevolking.
Bij Uw besluiten van 29 mei 1957, 29 mei 1958, 23 april 1959 en 27
augustus 1959 werden ons de nodige kredieten voor verwezenlijking van
het vorenstaande verleend.
De restauratie en verbouwing van het le gedeelte van het rechterbouw-
huis werden in juni 1958 beëindigd, de restauratie van het 2e gedeelte zal
binnen afzienbare tijd gereed komen.
Ten einde ons te oriënteren ten aanzien van de vraag of het 2e gedeelte
van het gebouw na gereedkomen der werkzaamheden benut kan worden
voor het onderbrengen van enkele Heemsteedse jeugdgroepen hebben wij
in de loop van dit jaar een enquête naar de belangstelling daarvoor inge-
steld. Deze enquête had tot resultaat, dat van één padvindersgroep t.w. de
St. Paschalis Baylongroep Heemstede, omvattende 2 troepen verkenners
en 2 hordes welpen, tezamen 100 jongens in de leeftijd van 8 tot 16 jaar
het verzoek is ingekomen dit gedeelte van de gemeente te mogen huren.
Deze groep was voorheen gehuisvest in een inmiddels afgebroken onbe-
woonbaar verklaarde woning op de Glip en heeft thans tijdelijk onderdak
gevonden in de ruïne nabij Mariënheuvel in Groenendaal.
Juist dezer dagen is gebleken, dat ook van de zijde van de Hervormde
Jeugdraad belangstelling voor gebruik van het gebouw bestaat. Naar ons
is medegedeeld zal binnenkort een verzoek, waarin de reeds mondeling ge-
uite belangstelling nader zal worden toegelicht, worden ingezonden. Wij
zullen uiteraard met de belanghebbenden overleg plegen ten einde tot een
zo efficiënt mogelijk gebruik van het gebouw te komen.
Bij brief van 10 november 1959 stelde de directeur van Openbare
Werken ons in kennis van een verzakking van de zuid-oost hoek van het