343
15 december 1960
werking goed zijn wanneer twee instanties zich met de restauratie bezie
houden
Dit voorstel kan geen enkel begrip opbrengen voor de situatie. Over het
rechterbouwhuis wordt eindeloos veel gezegd. Dat is de raad dan ook uit-
voerig getoond en de leden hebben uiteindelijk hun hoofd geschud over alle
kosten, die hier al voor gemaakt zijn. Het is prachtig, dat dë gemeente
hier nu ook subsidie voor krijgt. Maar met heel wat minder kosten had een
nieuw en met minder gevaar van verzakking bedreigd onderdak voor de
B.B. kunnen worden gemaakt.
Op de oppervlakkige iezer maakt dit voorstel de indruk dat de onnodig
hoge kosten voor het rechterbouwhuis moeten worden gerechtvaardigd,
terwijl dit als monument totaal onbelangrijk is.
Het is spreekster ook opgevallen, dat nergens gerept wordt over een
Heemsteeds ingezetene, die zich zoveel moeite heeft gegeven voor de goede
zaak. De heer Gerstel is geen moeite teveel geweest om te wijzen op het
belang van het herstel van de Vredesbrug als monument van het ver-
krijgen van soevereine rechten en als waarlijk uniek mooi overblijfsel uit
de 17e eeuw, waar elke kunsthistoricus het mee eens is, en van de
Duivenpoort enz. In het raadhuis zijn schilderijen van zijn' hand, waarop
de indertijd nog vrij behoorlijk intacte resten te zien zijn. Het spijt haar
te moeten zeggen, dat haar dat toch als enigszins onhoffelijk voorkomt.
Er zou nog veel meer te zeggen zijn over de waarde van de verschillende
onderdelen, o.a. over herbouw van het linkerbouwhuis, waar zeer goed een
theeschenkerij in ondergébracht zou kunnen worden terwijl dan een per-
manente bewaking van het terrein door de exploitant daarvan mogelijk
zou zijn.
Spreekster weet wel, dat hierop geantwoord zal worden, dat bij be-
woning van het rechterbouwhuis door een politieagent de bewaking ver-
zekerd is, maar aangezien die toch uiteraard meestentijds elders°in de
gemeente zijn dienst zal doen, kan dit nooit een goede bewaking zijn.
De oude sculptures van het linkerbouwhuis zijn zeker de moeite waard
om weer tot hun recht te laten komen.
Na dit betoog kan spreekster haar conclusie wel stellen. Zij stemt van
harte met dit voorstel in. Zij hoopt dat zo spoedig mogelijk aan de res-
tauratie begonnen zal kunnen worden. Juist door de vrij slechte voor-
lichting van de raadsleden die van deze materie niet op de hoogte waren,
is spreekster huiverig voor een stemming over deze zaak. Bij een persoon-
lijke bespreking is haar nl. gebleken, dat het de leden niet helemaal dui-
delijk meer was waar het eigenlijk om ging. Zij zou dan ook willen voor-
stellen om, wanneer in deze vergadering blijkt, dat men het over dit
voorstel misschien niet geheel eens is, doordat de voorlichting niet volledig
afgevraagd of nu in dit geval wel geldt, dat, wanneer men a gezegd heeft
is, het voorstel een maand aan te houden. Wanneer veel geld wordt uit-
gegeven, moet men tegenover de buitenwereld met goed geargumenteerde
redenen, en niet zo onvoorbereid als de raad nu is, ook kunnen aantonen
waarom dat wordt gedaan. Daarbij moet dan ook de garantie bestaan, dat
de restauratie op een zo goed mogelijke wijze zal gebeuren, dus door een
deskundige, die hier verder niet genoemd wordt.
De heer Zegwaart zegt, dat men zich zal herinneren, dat hij in 1948 tot
de enthousiaste voorstanders van de aankoop van het oude slot behoorde.
Er zijn daarna voorstelien gedaan om er nog eens /40.000,— en 60.000,
aan te besteden en omdat spreker in een enthousiaste stemming was heeft
hij daar ook voorgestemd. Totdat hij zich op een bepaald moment heeft
afgevraagd of nu in dit geval wel geldt, dat, wanneer men a gezegd heeft
men ook b moet zeggen. Het resultaat daarvan is de raad bekend. Spreker
heeft toen nl. gezegd: nu geen cent meer voor deze bouwval en dat er van
zijn kant niet te verwachten was, dat hij nog ooit vöôr een dergelijk
voorstel zou stemmen indien niet absoluut vaststond, dat de subsidie die