15 december 1960 344 de gemeente vanaf 1950 was beloofd ook inderdaad zou worden uitbetaald. Spreker heeft in de toelichting op het voorstel gemist dat er nu wel zeker- heid bestaat dat de subsidie zal worden betaald. Wel is er een overzicht gegeven van de briefwisseling die er met het ministerie van O.K.W. is geweest en die heeft spreker de verzuchting doen slaken, dat burgemeester en wethouders, de minister en Monumentenzorg nu in vredesnaam maar geen briefjes meer naar elkaar moeten gaan schrijven want dan zou spreker nog niet weten of uiteindelijk de subsidie ook wordt ontvangen. Op blz. 7 van het voorstel zeggen burgemeester en wethouders: „De te maken keuze lijkt ons niet moeilijk." In zekere zin is spreker het daarmede wel eens. Maar het is toch nog niet helemaal zoals burgemeester en wet- houders het stellen en daarom heeft spreker dus verwezen naar de brief- wisseling die er is geweest. Als de conjunctuur nu eens omslaat dan vreest spreker nl. een herhaling van deze briefwisseling. Zö gunstig als het hier wordt voorgesteld en zo gunstig als het in één van de kranten werd voor- gesteld, nl. dat het de gemeente nu niets meer zal kosten, is het nu ook weer ni'et. Spreker maakt zich altijd nog ongerust, dat er in de loop van de jaren die de restauratie zal vergen, nog wel eens een ton bij zal komen en daarom wil hij dus sluiten met de vraag te stellen of burgemeester en wet- houders kunnen garanderen, dat de cijfers die verband houden met deze restauratie, inderdaad juist zijn. Mevr. van der Meulen sluit zich aan bij het heldere betoog van mevr. Vriesendorp. Zij gelooft dat er nu nog maar heel weinig over deze zaak te zeggen valt. Alleen zou zij willen opmerken, dat het bij uitstel van een beslissing niet een kwestie van een maand is dat men zeker van de subsidie zal kunnen zijn, maar van een paar maanden. Dat daargelaten, is spreek- ster er beslist voor, dit punt aan te houden totdat de raad over alles beter geïnformeerd is. De heer Verhoeven zegt, dat de heer Rutgers bij een ander punt heeft beweerd dat zijn hart opsprong van vreugde toen hij een nota van burge- meester en wethouders zag. Spreker moet eerlijk zeggen dat zijn hart bij dit punt ook opsprong maar niet van vreugde, want hij daeht er aan dat de raad nu weer een stukje ruïnekoek werd aangeboden. Spreker is een van de vandalen die zich destijds sterk tegen de aankoop van de ruïne van het oude slot voor f 150.000,hebben verzet, waarbij hij tegen de jongens- kielmentaliteit, die zich ook van leden van zijn fractie had meester ge- maakt, heeft gefulmineerd. Omdat destijds een van de argumenten vôör aankoop is geweest, dat men tevens de beschikking zou krijgen over een mooi stuk bouwgrond, heeft spreker toen gewaarschuwd, dat men op die zure grond niet kon bouwen. Nu 12 jaar verder zijnde, zijn we tot de con- elusie gekomen, dat dit zaakje /150.000,— duurder is gekomen dan toen is gesteld. Het kost nu 3 ton, maar het heeft in werkelijkheid veel meer gekost. In de berekening die burgemeester en wethouders hebben gemaakt ontbreekt nl. één element. Spreker weet dat het nooit wordt gedaan, maar willen burgemeester en wethouders a.u.b. het renteverlies dat in al die jaren is geleden er bij tellen. Zo zal een kapitaal gerekend tegen een rente van 5 per jaar met samengestelde intrest na 15 jaar verdubbeld zijn. Het bedrag is dus veel hoger dan hier staat. Op blz. 6 bovenaan onder III staat, dat de kosten van aankoop en restauratie f 426.000,zullen be- dragén. Als men daar nog f 150.000,bij doet is men dichter bij de werke- lijkheid. Spreker heeft toen ook gezegd, dat enige afbraak werd gekocht, waaronder een zeldzame brug die nergens naar leidt. Mevr. Vriesendorp heeft uit de doeken gedaan, dat deze brug een cultuurstuk is dat herinnert aan de vrede van Munster. Daar zitten we dan mee opgescheept. Spreker heeft er toen voor gepleit hieraan niets meer te doen. Wanneer men daar indertijd toe had besloten, was dit zaakje gekat en was het af geweest. Nu zitten we met de stukken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 17