347
15 december 1960
redenen waarom het object eigenlijk niet zo acceptabel meer is als het
toen scheen.
Mevr. Vriesendorp heeft o.a. gesproken over de bestemming van het
°ude slot. Het gemeentebestuur stelt er inderdaad prijs op, dat er voor een
dergelijk object een bestemming is. Dat geldt bij aankoop van buiten-
plaatsen evenzo. Voor het grote gebouw dat in de regel in buitenplaatsen
aanwezig is, kan geen bestemming worden gevonden. In het geval met het
oude slot was er voor het rechterbouwhuis een bestemming. Dat de zuid-
oost gevel van het rechterbouwhuis het plotseling begaf heeft niemand
kunnen voorzien. Op een gegeven moment bleek de fundering te verzakken,
een euvel waarvan men de oorzaak nog niet kent. Door deskundigen wor-
den meerdere oorzaken genoemd. Niet alleen openbare werken maar ook
de architect van der Mark uit Amersfoort, die op dit gebied een zeer goede
naam heeft, hebben een onderzoek ingesteld. Architect van der Mark is
van mening, dat het euvel ondervangen kan worden. De plannen die daar-
voor door openbare werken zijn gemaakt, hadden, met enige wijzigingen
ook zijn goedkeuring.
Burgemeester en wethouders hebben later nog weer een bespreking
gehad met Monumentenzorg. Monumentenzorg heeft zich bereid verklaard
om het restauratieplan op zijn merites te bekijken en het technisch te be-
zien. Spreker meent, dat men met deze medewerking toch wel gerust kan
zijn op een goed verloop van de restauratie.
Mevr. Vriesendorp heeft ook nog gesproken over inschakeling van de
architect Kok. Als spreker goed is ingelicht, is de maker van het eerste
restauratieplan A. Kok overleden.
Naar aanleiding van het gesprokene door mevr. Vriesendorp over het
linkerbouwhuis merkt spreker op, dat het linkerbouwhuis eigenlijk niet
anders was dan een kleine boerderij, gebouwd met een half-steens muurtje,
dat op een gegeven moment, ondanks dat het van alle kanten was gestut'
is ingestort. Het enige dat er mooi aan was, was het poortje, dat nu bij
openbare werken is opgeslagen. De herkomst van het poortje is onbekend.
Het vermoeden bestaat, dat het is opgebouwd uit verschillende fragmenten
van het oude kasteel nadat dit was afgebroken.
Het voorstel dat nu gedaan wordt is dus niet anders dan dat burge-
meester en wethouders de raad machtiging vragen om de plannen verder
uit te werken waarna t.z.t. gespecificeerd de kosten die aan de restauratie
verbonden zijn zullen worden voorgelegd. Nochtans moet dan afgewacht
worden of men er dan volkomen af zal zijn. Spreker meent, dat Monu-
mentenzorg en de teehnische dienst van openbare werken zeér zeker wel
als deskundig mogen worden aangemerkt, zodat aan alle eisen die gesteld
zouden kunnen worden, voldaan wordt. Wanneer de brug t.z.t. weer kan
worden opgebouwd, zou spreker dat zeer toejuichen want het was inder-
daad een prachtige brug.
De Rijksdienst voor oudheidkundig bodemonderzoek heeft in 1949 of
1950 de fundamenten van het oude slot uitgegraven. Spreker durft niet te
zeggen, dat dit een gelukkige greep is geweest. Met Monumentenzorg is
besproken wat er met de fundering zal moeten worden gedaan. Daarvoor
zullen ook nadere plannen worden voorgelegd.
Spreker meent ten slotte het voorstel warm te mogen aanbevelen.
De Voorzitter zegt, dat het betoog van mevr. Vriesendorp eigenlijk een
felle adhaesie is om tot restauratie over te gaan. Alleen vindt mevr.
Vriesendorp de nota van burgemeester en wethouders onvolledig en buiten-
dien een zeer onzakelijk stuk. Burgemeester en wethouders hadden uiter-
aard kunnen wijzen op de artikelen die over de historische waarde van de
restanten van het oude slot en zeer in het bijzonder van de Pons Pacis, in
verschillende tijdschriften zijn verschenen. Burgemeester en wethoud'ers
hebben dit niet gedaan omdat zij meenden, dat het beter was in deze vol-
komen zakelijk te blijven.