15 december 1960
350
te worden opgetrokken. Een zeer coulant standpunt dus.
Mevr. Vriesendorp wil nu weten in wiens handen de uitvoering van de
werkzaamheden zal worden gelegd. Dat moet volgens haar een deskundige
zijn want anders voelt zij er niets voor. In de bespreking die burgemeester
en wethouders met de hoofddirecteur en de directeur van Monumentenzorg
hebben gehad, is de vraag gesteld, waarom burgemeester en wet-
houders de architect Van der Mark hadden ingeschakeld en niet bij Monu-
mentenzorg waren gekomen. Het is dan ook de bedoeling van burgemeester
en wethouders om in de toekomst alle plannen in nauw overleg met Monu-
mentenzorg klaar te maken. Door Monumentenzorg zal er heus wel voor
worden gezorgd dat op de uitvoering van het werk toezicht wordt ge-
houden. Men kan daarover volkomen gerust zijn.
Het linkerbouwhuis was historisch ook van generlei waarde. Het zgn.
Munsterse poortje daarin heeft men opgeborgen. Monumentenzorg heeft
dan ook niet de eis gesteld dat het linkerbouwhuis moet worden herbouwd.
Anders staat het met de duivenpoort die ingestort is. Ondanks het feit, dat
dit dus ook voor het rijk meerdere kosten met zich brengt heeft Monu-
mentenzorg zich akkoord verklaard dat ook daarvoor wordt gesubsidieerd.
Voorts heeft mevr. Vriesendorp gesproken over het plan Kok. De heer
Kok heeft indertijd een kostbaar restauratieplan ingediend. Spreker zegt
niet dat het een verkeerd plan was. Uiteraard probeert een architect, wan-
neer hij zo'n object onderhanden krijgt, om er het mooiste van te maken
wat er van te maken is. Maar men moet bij zo'n restauratie toch ook zin
voor de realiteit hebben en goed bedenken tot hoever men kan gaan. Burge-
meester en wethouders hebben toen gemeend daar niet verder mee voort te
moeten gaan. Spreker wil dit hier even naar voren brengen om te voor-
komen dat het debat in verkeerde banen geraakt.
Mevr. van der Meulen gelooft dat het alleen gaat om het feit of het
voorstel van burgemeester en wethouders wordt aangenomen. Het heeft
h.i. geen zin om na te gaan of de raadsleden zich nu op financiële of kunst-
historische gronden er voor verklaren. Belangrijk is alleen dat de restau-
ratie tot stand komt. Zij meent, dat uitstel geen zin heeft, al is het natuur-
lijk prettig wanneer de raad goed voorgelicht wordt over de historische
betekenis van het oude slot.
Spreekster ziet het gerestaureerde slot al voor zich. Dit zal echter alleen
waarde hebben als er mensen naar toegaan. Spreekster meent, dat het
daarom wel goed zou zijn als er bij de toegangswegen tot de gemeente
borden worden geplaatst die de aandacht vestigen op het oude slot. Voorts
herinnert zij aan het oude plan van burgemeester en wethouders om hier
een theehuis te vestigen met een theetuin. Mogelijk kan er in het mooiste
gedeelte een verzameling van bezienswaardigheden worden ingericht. Ook
kan de mogelijkheid worden overwogen om op bepaalde uren in de zomer-
avonden b.v. gramofoonplaten te draaien waardoor het een aardig ont-
moetingspunt kan worden voor jongeren.
De heer Zegwaart merkt op, dat de wethouder zojuist bij de beantwoor-
ding der sprekers met nadruk heeft gesteld, dat er een schriftelijke be-
vestiging van de toekenning van de subsidie is. Maar spreker zou ook
graag willen weten of het niet mogelijk is aan de weet te komen tegen
wanneer de subsidie zal worden uitbetaald, want het is niet onmogelijk,
zoals blijkt uit voorgaande correspondentie, dat er subsidie wordt toe-
gezegd maar dat men van de minister een brief krijgt dat men over 3 jaar
nog maar eens terug moet komen. Dat zou in dit geval toch wel erg zijn.
Spreker zou graag zien dat burgemeester en wethouders hierop de aan-
dacht vestigen bij de komende besprekingen. Het zal dan voor spreker veel
gemakkelijker zijn om voor te stemmen.
De heer Willemse wil, omdat hij een van de weinige tegenstemmers is
