20
26 januäri 1961.
dat de winsten van het elektriciteitsbedrijf dalen. De raming voor 1961 is
wat hoger dan de raming voor 1960. Overigens heeft de ervaring geleerd,
dat de winsten der bedrijven in de begroting meestal onderschat worden'.
Ik heb daar in voorgaande jaren reeds op gewezen. Ik mag er toch wel
op opmerkzaam maken, dat die winsten der bedrijven langzamerhand weer
de functie van vroeger jaren gaan krijgen n.l. dat ze langzamerhand de
sluitpost van de begroting gaan vormen. Voor wat de levering van gas
over muntmeters betreft, is onze fractie merendeels van mening, dat Uw
college de financiële moeilijkheden voor de betrokkenen bij de afschaffing
dier meters onderschat. Ter plaatse bij de behandeling van de M.v.A. zal
men daarop nog terug komen.
Voor het overige wil ik er toch nog eens op wijzen, dat deze begroting
er een is met vele ongewisheden zowel aan de ontvangsten- als aan de uit-
gavenkant. Dat kan ook niet anders, omdat die begroting wordt opge-
maakt op een tijdstip in 1960, waarop men de werkelijke uitkomst van
het jaar 1960 nog niet kan overzien. Ik vind dat na-ijlen van de resul-
taten hinderlijk, ik heb dat al meer gezegd! Er moet iets aan te doen
zijn. In de particuliere sector kan men ook anders ramen.
Ik blijf optimistisch over de toekomst ook in verband met de nieuwe
financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten. Wij worden er in
elk geval van jaar tot jaar wel iets beter op. Daar staat tegenover, dat
wij in de toekomst nog wel een aantal kapitaalsuitgaven zullen moeten
doen, die hun rente-repercussies en onderhouds-repercussies op de gewone
begroting ongetwijfeld zullen hebben.
Indien in de toekomst daarvoor voorstellen aan de raad zouden worden
gedaan, zou ik de suggestie willen doen om te proberen voor de stichting
van een nieuw politiebureau, voor het kantoor der gemeentebedrijven en
de brandweergarage een gezamenlijke oplossing te vinden. Gecombineerde
b°uw is goedkoper dan bouw van elk project apart, afgezien nog van de
omstandigheid, dat de kosten van bewaking, verwarming etc. gecombi-
neerd voordeliger zijn; dus de exploitatiekosten van zulk een complex
lager.
Ik begrijp overigens niet geheel, waarom, indien (zoals burgemeester en
wethouders op blz. 2 van de memorie van antwoord stellen) het wetsvoor-
stel betreffende de financiële verhouding rijk en gemeenten voor onze ge-
meente gunstige perspectieven biedt, wij bepaalde voorzieningen moeten
uitstellen. Ik mag toch niet aannemen, dat burgemeester en wethouders
het rijk een dubieuze debiteur achten? Ik ben uiteraard voor het zetten
van de tering naar de nering, maar nu de nering safe ligt, waarom dan
zo beknibbeld op allerlei uitgaven bijvoorbeeld voor de onderhoudswerk-
zaamheden, waarom dan zo op de penning met de subsidies Zijn er soms
teveel subsidies aan verenigingen en instellingen op andere dan zich noe-
mende neutrale grondslag en wringt daar de schoen
Ik ben het eens met die leden, die in vraag 11 van het afdelingsverslag
stelden, dat men niet alleen naar de saldireserve moet zien, maar
ook naar de algemene reserve om de financiële toestand van de gemeente
te beoordelen. Vöôrdat wij voor een subjectieve uitkering uit het gemeente-
fonds in aanmerking komen moet ook die algemene reserve zijn opgeteerd,
zodat nog 137.000,méér ons dit jaar van die afgrond scheidt, dan bur-
gemeester en wethouders willen doen voorkomen. Waar de vooruitzichten
voor de toekomst niet slecht zijn komen wij voorlopig niet aan die af-
grond toe. Men is hier naar onze mening overdreven zuinig geweest.
Wat de woningwetwoningen betreft is het getal van 40 wederom laag.
Ik heb bij voorgaande gelegenheden er reeds onze verwondering over uit-
gesproken, dat dit bouwvolume zo laag is. Het is verheugend, dat de Stich-
ting tot bevordering van de woningbouw wederom over een kwantum grond
zal mogen beschikken, waarop 19 of 20 woningen zullen kunnen worden