26 januari 1961.
21
gebouwd. De bouw van deze premiewoningen, welke, naar wij hopen, met
de reeds in aanbouw zijnde, in 1961 zal kunnen worden gerealiseerd, maakt
deels ook mogelijk, dat mensen, die in woningwetwoningen wonen, maar
daar, gezien hun inkomen, niet thuishoren, in deze woningen kunnen wor-
den ondergebracht. Hierdoor zal er ook plaats voor anderen komen. Niet-
temin blijft ons contingent woningwetwoningen maar laag.
Zou op gedeputeerde staten door de leden en oud-leden van de raad, die
daar enige invloed hebben, niet enige aandrang kunnen worden uitgeoefend
om bij de bepaling van het contingent 1961 niet alleen te letten op in het
verleden toegekende kwantums doch op de magere wijze, waarop Heem-
stede tot nu toe bedeeld is Misschien is dan ook de zo gewenste differen-
tiatie in de bouw mogelijk.
Bij de behandeling van de Memorie van Antwoord komen nog verschil-
lende onderwerpen ter sprake. Ik mag echter niet eindigen zonder dat ik
mijn bijzondere waardering heb uitgesproken
a) voor al het werk, dat is verzet om de nota van aanbieding te doen ver-
gezellen van de vele nuttige overzichten;
b) voor de nota inzake het subsidiebeleid, omdat het grote moeite moet
hebben gekost om een oplossing te vinden, ook al acht ik die oplossing
dan niet op alle punten geslaagd en ook al had ik liever het oude
systeem terug, waarbij niet zo vreselijk naar objectiviteit wordt ge-
zocht, die er niet is. U gaat me te ver met Uw codificatie. Ik zie liever
een weldoende systeemloosheid;
c) voor de samenstelling van deze begroting als zodanig, al hecht ik gro-
ter waarde aan de rekening. Het maken van een begroting als uitgangs-
punt voor de gemeente-administratie is echter een noodzakelijk kwaad;
d) voor al het werk van onze ambtenaren. Daarvan kunnen wij het best
het resultaat gadeslaan van het werk van de hoofdambtenaren en de
ambtenaren ter secretarie; wij zijn ervan overtuigd, dat op de bedrij-
ven ook verdienstelijke arbeid wordt verricht;
e) voor het werk van onze politiemannen, die onder moeilijke omstandig-
heden hun arbeid moeten verrichten. Wij hebben in onze gemeente be-
slist meer functionarissen nodig, want ons politiecorps is te klein;
f) voor het werk van onze gemeentewerklieden van hoog tot laag, waar-
van een groot aantal reeds lange jaren in onze dienst is.
Ik wens voorts, dat wij in het jaar dat voor ons ligt, met de andere
raadsleden prettig zullen mogen samenwerken. Misschien ben ik hier en
daar wat fel geweest, maar dat wil niet zeggen dat ik niet graag met an-
deren wil samenwerken. Menigeen kent de spreuk: Concordia res parvae
crescunt (eendracht doet kleine zaken groeien), maar weinigen kennen
het vervolg: Discordia maximae dilabuntur (tweedracht doet de grootste
uiteenvallen). Ik hoop dat het eerste deel van deze spreuk in velerlei op-
zicht, en het tweede deel niet uitkomt. U, mijnheer de voorzitter en het
college wens ik God's beste zegen bij de volbrenging van Uw taak in het
komende begrotingsjaar.
Mevr. van der Meulen zegt:
Mijnheer de Voorzitter,
Gaarne wil ik namens mijn fractie in deze raadsvergadering ter vaststel-
ling van de gemeentebegroting 1961 het woord voeren. En even gaarne be-
gin ik met een woord van dank aan allen die aan deze begroting veel tijd
(en waarschijnlijk veel hoofdbrekens) hebben besteed. Mag ik deze dank