22
26 januari 1961.
via het college van burgemeester en wethouders brengen aan alle ambte-
naren die hieraan hebben medegewerkt
Nog steeds sterker is onze fractie van mening, dat in de begrotingsraad
niet gesproken moet worden over de internationale politiek. Men dreigt
hierbij verschillende gebeurtenissen scheef te trekken, te betrekken op de
nationale politiek en hierbij komt men tot allerlei uitspraken die geen
enkele grond raken. Het lijkt mij ook niet goed, dat men steeds tracht het
verleden van andere politieke partijen naar voren te brengen en aan de
huidige politieke constellatie te verwijten. De P.v.d.A. zal ook niet aan
verschillende partijen de regering Colijn weer gaan verwijten. Hierdoor
roept men in de gemeenteraad grote gevaren op, terwijl men niet kan ko-
men tot een verantwoord debat en een niet-verantwoord debat is alleen
maar hopeloos en geeft geen enkele uitkomst.
Het doet onze fractie genoegen, dat onze raad waarschijnlijk in 1961
twee series begrotingsvergaderingen zal meemaken. Nu, aan het begin van
deze dag, durf ik nog over „genoegen" spreken. Morgenmiddag zou dit ge-
luid waarschijnlijk niet geapprecieerd worden, wanneer alle aanwezigen
min of meer „moevergaderd" zijn.
We hopen dat de toezegging van burgemeester en wethouders ten aan-
zien van het tijdstip van aanbieding en behandeling van de begroting van
1962 waar kan worden gemaakt. Eveneens hopen wij, dat in de resterende
maanden van 1961 meer initiatieven door het dagelijks bestuur van onze
gemeente genomen en aan de raad zullen worden voorgelegd dan zulks in
het afgelopen jaar het geval geweest is.
Buiten de besluiten tot welke de raad nu eenmaal krachtens zijn taak op
grond van wet en verordening geroepen is, zoals benoeming van onderwij-
zend personeel, vaststelling van uitbreidingsplannen, aangaan van geldle-
ningen, opheffing of verlenging van onbewoonbaar verklaringen van wo-
ningen, zéér noodzakelijke materiële voorzieningen voor de scholen, het
verlenen van kredieten, is de oogst van besluiten die de raad op voorstel
van burgemeester en wethouders genomen heeft niet bijster groot, temeer,
daar vele ervan eerst werden ingediend na door de raad uitgeoefende aan-
drang. De genomen besluiten toch zijn in hoofdzaak de volgende:
1. doorlichting van de bevolking;
2. deelneming aan concerten door leerlingen van de hoogste klassen
der lagere scholen (een succes!). Maarhet al zo lang bepleite muziek-
onderwijs is nog niet verder gekomen dan de toezegging nü zo spoedig
mogelijk overleg te zullen plegen met de hoofden der betrokken scholen,
terwijl al in de begrotingsvergadering van 7 januari 1960 een voorstel
uit de raad hierover achterwege is gebleven in vol vertrouwen op een nota
van burgerpeester en wethouders na onderzoek van deze mogelijkheid van
muziekonderwijs
3. een schetsontwerp voor het politiebureau;
4. aankoop van grond in de Rivierenbuurt.
Onze fractie hoopt, dat in 1961 de Raad voor meer beslissingen geplaatst
zal worden dan in het afgelopen jaar. Zij betreurt het, dat zoveel achter-
wege blijft, achterstallig werk niet kan worden ingehaald en van visie zo-
wel landelijk (en méde, maar niet alléén hierdöör) als gemeentelijk eigen-
lijk geen sprake is.
Het is toch eigenlijk ontstellend, dat aan de ene kant zo weinigen zich
verontrust voelen over een maatschappij waarin het aantal auto's, brom-
fietsen, radio's, televisietoestellen steeds toeneemt, alsook de vervaardi-
ging van veel onbelangrijke, overbodige en zelfs schadelijke artikelen die
met veel reclame aan de man worden gebracht (de verborgen verleiders!