26 januari 1961.
doch aan de andere kant de overheid steeds aarzelt om van deze welvaart
het hare te vragen in het belang vân wie deze gelden gevraagd worden en
vôör wie ze besteed zouden moeten worden.
Ik kan niet nalaten in dit verband te wijzen op enige uitspraken van de
Amerikaanse econoom Prof. John Kenneth Galbraith, adviseur van de pre-
sident van de U.S.A. (en geen socialist, om verschillende raadsleden ge-
rust te stellen). In verschillende werken zegt hij onder andere:
„De economische theorie en de economische praktijk zijn gebaseerd op
het beginsel van de schaarste, waarbij gesteld wordt: er moet zoveel mo-
gelijk geproduceerd worden. Dit beginsel van schaarste gaat wat Amerika
betreft al lang niet meer op en ook van andere „rijke landen" is het twij-
felachtig geworden. In deze tijd is wät er geproduceerd wordt van het
grootste belang: fraaiere auto's zijn niet nodig; betere wegen en scholen
wêl. (En in Nederland meer en betere volkswoningen, voeg ik eraan toe.)
Wegen en scholen moeten echter door de gemeenschap worden bekostigd.
En nu leert een oud vooroordeél, dat we de belastingen zo laag mogelijk
moeten houden, om toch vooral de particuliere productie (van steeds
fraaiere auto's b.v.maar niet te hinderen."
Vinden wij in het landelijk en in het gemeentelijk beleid ook niet vaak
deze oude gedachte? Om ons tot Heemstede te beperken: bij een aantal
raadsleden bestaat angst voor verhoging van de straatbelasting (zelfs tot
een nog vrij laag niveau!), terwijl men bij noodzakelijke en gewenste
voorzieningen klaagt, dat men de tering naar de nering moet zetten.
Het is pleizierig wanneer de begroting in evenwicht kan zijn, maar men
moet zich toch wel afvragen hoe men deze begroting in evenwicht brengt.
Door bezuinigingen die Iang niet altijd verantwoord zijn of door bronnen
aan te boren die wel verantwoord zijn om aangeboord te worden.
Het verheugt de fractie van de P.v.d.A., dat burgemeester en wethou-
ders dit jaar nu met het voorstel komen tot verhoging van de straatbelas-
ting, door onze fractie in voorgaande jaren herhaaldelijk bepleit als een
noodzaak. Het doet de fractie genoegen, dat de door haar destijds aange-
voerde motieven nu toch door het college als juist worden gezien en
aangevoerd. Zal de gemeente haar taak naar behoren kunnen vervullen,
dan zal zij de middelen hiervoor moeten vinden, om op deze wijze tot een
positief beleid te komen.
,,Over een voor onze gemeente passend verzorgingspeil" denkt kennelijk
niet iedereen gelijk. Wat verstaan burgemeester en wethouders hieronder?
Onder nr. 9 van de memorie van antwoord zegt het college bijvoorbeeld
„Het tempo van inhalen van de achterstand zal wel in de voornaamste
plaats afhankelijk zijn van de middelen die hiervoor in de toekomst be-
schikbaar komen", terwijl onder 56 sterker gesteld wordt, „dat met het
inhalen van achterstand in de begroting geen rekening is gehouden." Onze
fractie meent, dat de achterstand moet worden ingehaald, omdat dit be-
hoort bij een passend verzorgingspeil. De middelen hiervoor moet men
trachten te vinden. Ik moge dit nog met een ander voorbeeld illustreren:
Op een verzoek, het gevaar voor de voetgangers langs de Leidsevaartweg
minder groot te maken door de aanleg van een voetpad, wordt geantwoord,
dat dit een uiterst kostbare voorziening is. Maar bij een passend verzor-
gingspeil behoort ons inziens het voorkomen van ongelukken door het be-
schermen van voetgangers.
Onze fractie hoopt, dat zodra een verruiming van het plaatselijk belas-
tinggebied door de regering mogelijk wordt gemaakt, burgemeester en
wethouders en de raad niet zullen aarzelen, om de geboden mogelijkheden
te gebruiken, teneinde Heemstede een wâârlijk passend verzorgingspeil te
geven.
In merkwaardige tegenspraak met het antwoord op nr. 9 zegt het colle-
ge op de vraag in 17 c, ,,dat burgemeester en wethouders hopen, het extra
bedrag van 100.000 die de tariefsverlaging van gas en elektriciteit aan