34 26 januari 1961. stadsgemeënte soms grotere bedragen uitkeren. Zoals uit de nota van bur- gemeester en wethouders bhjkt, beperkt men zich op het eigenlijk gebied nodiT'îsTeîf stimuleren. Dat is juist, zolang het niet dringend nodig is zelf als gemeente taken ter hand te nemen. Deze nota als richtliin zal zeker nog meer ter sprake komen. Veel zal van geval tot geval ziin té beoordelen, zoals burgemeester en wethouders terecht stellen. Met de con- tine mlt^iin Coll,ege' dat het subsidiebeleid geen sluitpost van de begro- t 0f0 ™ag fljn' en de ontwikkeling van zaken tot hogere uitgaven aan sub- sidie zou kunnen leiden zelfs hier en daar al heeft geleid kan onze verenTgen °P burgemeester en wethouders gestelde grondslag hiidroTTn ThTr niet veel aanleiding: om te snel zogenaamde erkennings- j agen te geven. Zou dit op een bepaald moment aantrekkelijk ziin men kan zo n bijdrage later niet weer makkelijk schrappen, omdat het dan gesutid!eeredee weT &IS demonstratie tegen het vroeger rinht°r 8811 subaidleverordening: in algemene zin voelen wij niet. Het ver- richten van de bestuurstaak, welke de nota hier ziet, kan zich over zoveel zaken en mogelijkheden uitstrekken, dat daarvoor niet wel een algemene SSÏ- geven- Het kan bovendien gaan om subsidiebijdragen in zeer mcidentele gevallen. De inkomsten der gemeente vragen ieder jaar weeï wcgmg blnnen riauwe grenzen, zodat men zich van tevoren moeilijk kan vastleggen op met geheel overzienbare uitgaven. Een dergeliike ver- ordenmg zou bovendien bepaalde uitgangspunten vragen, niet aîleen op sociaal en cultureel gebied, maar ook vanuit geestelijke achtergronden waarover m de nota van burgemeester en wethouders in het geheel niet is' feeSrrv°erschilTend. Ultg:angSpunten liggen zelfs biJ gelijkgestemde groepen Wij hopen dat burgemeester en wethouders gelijk krijgen, nu zij moed hebben geput uit de algemene mening van de raad in 1960, dat men on- fle® moet voortgaan met het ter hand nemen van de vier dringend- ste kapitaalswerken, wanneer zij thans met vier nieuwe dergeliike obiecten meer voor het voetlicht treden. De ter handneming dier vier nieuwe objec- het kred°iete w beoord,elen naar het °g:enblik van de voordracht voor et krediet ISaar de tijd kan zij zich daarop nog niet vastleggen Wïi willen daarbij tevens de hoop uitspreken, dat het rijk zich niet onbetuigd veî-keîrnw J- belastmg' van wegverbetering voor intercommunaal verkeer. Wijzijn met verwend, maar moge de bijdrage in de wegenfinan- ciermg gunstig voor ons uitvallen. Ik wi! niet nog meer onderwerpen ter sprake brengen. Ik wil eindisren met het college van burgemeester en wethouders toe te wensen dat zif deze begroting eenmaal goedgekeurd zijnde daarmede dit jaar tot het Tr6mJ1i1qfian Heemstede mogen werken. Voorts spreek ik de wens uit, dat fn JLan f bevredigende oplossing moge worden gevonden omtrent de mstandhoudmg van de buitenplaatsen in onze gemeente, waarover ik zo jmst met grote belangstelling de algemene beschouwingen van de voor- zitter heb beluisterd. Die worden m.i. op langere termijn tôch bedreigd alle provinciale en andere bepalingen ten spijt. Veel wijsheid en inzicht tot bewarmg vau di aantrekkelijk goed, althans in hoofdzaak, zal nodig zijn Tenslotte wil ik eindigen met de wens, dat de herdenking van de 4de mei een even treffend en plechtig karakter zal hebben als in het afgelopen Jaar.' cn mcthet vcrzock tot de handhaving van de dit jaar voor het eerst door U, mijnheer de voorzitter, belegde nieuwjaarsreceptie, die, bij herha- lmg, nog meer aan het door U beoogde doel zal gaan beantwoorden. De Voorzitter constateert met dankbaarheid, dat uit de algemene be- schouwmg-en gebleken îs, dat er ten aanzien van het gehele beleid van college sprake îs van een zekere goodwill, al zijn er uiteraard op be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 34