26 januari 1961.
47
wethouders die zulks aangaat, in het kader van de intercommunale
samenwerking.zullen zien in hoeverre deze kan worden gereaiiseerd en hoe
de moeilijkheden, die zich daarbij uiteraard zullen voordoen, kunnen wor-
den opgelost.
De Voorzitter schorst om 12.45 uur de vergadering tot 1.45 uur.
Na heropening der vergadering om 1.45 zegt Mr. Rutgers met bij-
zonder veei genoegen te hebben geiuisterd naar de woorden van zijn
mede-fractievoorzitters. Spreker weet uit ervaring, dat het enige arbeid
kost om de algemene beschouwingen voor te bereiden. Spreker wil hier
toch graag verklaren, dat, hoewel er misschien leden van de raad zijn,
die de beschouwingen wat te algemeen vinden, het voor de fractievoor-
zitters en de raad, maar ook, naar spreker uit de woorden van de voor-
zitter heeft begrepen, voor het college van burgemeester en wethouders
nuttig is eens per jaar een algemene politieke beschouwing van de frac-
tievoorzitters te horen.
De heer Verhoeven heeft spreker eigenlijk persooniijk in zijn kuif ge-
grepen en dât neemt spreker hem aiierminst kwalijk. De heer Verhoeven
heeft dat op zijn bekende, wat spreker betreft tenminste, joviale wijze
gedaan. In één uitiating schooi echter toch wei een addertje onder het
gras. Hij heeft n.l. gezegd, dat spreker geneigd is tot detaillering in
komma's en punten toe. Hier is een meningsverschil tussen de heer
Verhoeven en spreker en dat komt naar sprekers mening voort uit het vak
dat zij beoefenen. Het was eertijds zô, dat de juristen een vrij grote
invloed hadden in overheidszaken. Van lieverlee is dat echter anders ge-
worden. Toen zijn de ingenieurs en economen gekomen. Of die het beter
gedaan hebben betwijfelt spreker, want ais gevoig daarvan dreigen hele
landstreken zoais Nieuw Guinea tot een chaos te worden. Maar ook de heer
Verhoeven en de zijnen zijn al weer verieden tijd. Tegenwoordig is er
weer een nieuwe categorie mensen, die de leiding heeft n.i. de sociaai-
geografen, sociologen en psychiaters. Spreker is zô progressief in zijn
denken, dat hij verwacht, dat de juristen wei weer eens aan het woord
zulien komen. Hij vindt dat wel goed. Spreker is n.l. bijzonder op de rechts-
orde gesteid. Hij vindt het dan ook heei belangrijk, dat de verordeningen
behooriijk worden geredigeerd, zodat in breder verband het rechtstelsei,
van waaruit politiek wordt gewerkt, goed ioopt. Hier is sprake van een
meningsverschil tussen de heer Verhoeven en spreker, maar spreker zai
blijven toezien op de punten en komma's zonder, naar hij hoopt, daarbij
vervelend te worden en zonder daarbij de vergadering onnodig op te houden.
Verder heeft de heer Verhoeven gesproken over de P.v.d.A. en de
wereldpolitiek. Spreker is hem hierin niet voorgegaan, want spreker
heeft zijn algemene beschouwingen zonder partij-politiek opgezet. Het zou
wei leuk zijn om de wereldpolitiek in deze raad te projecteren, want dan
zou men niet alleen kunnen werken met het „rode gevaar", maar men
zou ook heel goed kunnen denken aan het ,,gele gevaar", dat er ongetwijfeld
is, en dan zou men het geel op andere wijze kunnen toepassen. Er zou
daarbij ook gedacht kunnen worden aan het probleem van onze ,,zwarte
broeders" in de wereldpolitiek en men zou dat hier in Heemstede kunnen
projecteren, maar dat alles zal spreker niet doen. Hij vindt dat niet zo
piezierig, hoewel hij zich wel kan voorstellen, en daar komt hij later
op terug dat hetgeen door mevrouw v.d. Meulen wordt gezegd, de
heer Verhoeven soms uitlokt tot reactie.
Wat de heer Verhoeven heeft gezegd over het subsidiebeleid begrijpt
spreker niet goed. Hij meent verleden jaar begrepen te hebben, dat de
heer Verhoeven het nut van een nota daarover niet inzag. Nu vindt de
heer Verhoeven, naar spreker heeft begrepen, de nota toch mooi. Maar,
zegt hij, de nota is toch niet goed, want het is een keurslijf. Spreker