26 januari 1961.
63
spreker zich weer op de borst klopt dat zijn fractie bij herhaling op de
nota heeft aangedrongen. De heer Rutgers heeft spreker laatst per-
soonlijk gezegd, dat het toch wel goed is dat deze nota er is gekomen.
Zijn fractie is ook zeer gelukkig met deze nota, die niet is ingegeven om
te kunnen bezuinigen. In tal van gevallen zijn de genoten subsidies ver-
hoogd. De opzet is, dat juist door een goede regeling van de subsidiëring
en dat geldt speciaal voor de overheid, de rechtvaardigheid wordt betracht,
de rechtszekerheid wordt verhoogd, de rechtsgelijkheid in de hand wordt
gewerkt en dat ook zo mogelijk stimulerend wordt gewerkt.
Mr. Pliester heeft nog gesproken over de decentralisatie en de auto-
nomie. Prachtige woorden. De pas afgetreden directeur van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten heeft geconstateerd, hoe opvallend de uit-
holling is van de idee gemeentelijke autonomie, zoals die tot uiting komt
bij de politici, bijv. ministers en kamerleden. Sedert de bevrijding is in de
landsvergaderzaal zoveel over de gemeentelijke autonomie gesproken, dat
in een documentatie daarover meer dan honderd dicht betypte bladzijden
nodig waren met louter lovende en prijzende woorden om dit alles weer
te geven. Sinds 1946 heeft een zeer gevarieerde groep volksvertegenwoor-
digers uit alle partijen als om strijd de autonomie Verheerlijkt, aange-
prezen en verdedigd. De regering heeft dit onderstreept. Maar haar daden
waren daarmee niet in overeenstemming. De kamerleden prijzen de
gemeente-autonomie, maar stemmen tezelfdertijd in met een wet, waarin
minutieus wordt voorgeschreven hoe de gemeentebesturen zich' hebben
te gedragen en we moeten dus däâr zijn als we de zaken anders willen
hebben. Er is onlangs een boek verschenen van Dr. H. A. Brasz, een
onvervalste A.R., over „Veranderingen in het Nederlandse communalisme".
Deze beweert, dat de 19e eeuwse vrijheidsgedachte moet wijken in het
20e eeuwse cultuurpatroon waarin het streven naar een efficient en hoog
voorzieningsniveau en gelijkheid voor allen, zowel door de gemeentebe-
sturen als in de administratieve wetten, als dominerend wordt erkend.
Het is daarom ook mevrouw v.d. Meulen heeft het al gezegd
dat spreker zo met instemming onze wethouder van sociale zaken een
paar partijgenoten van spreker heeft horen aanhalen. Spreker heeft deze
vooruitgang met verheugenis geconstateerd. Spreker verheugt zich er
niet over, dat er bepaalde moeilijkheden in de A.R.partij zijn, maar hij
denkt aan het voorstel dat onlangs van die kant is gedaan om via be-
lastingverhoging de onontwikkelde gebieden te helpen.
Het is spreker uit de praktijk bekend, dat de minister van Binnen-
landse Zaken heel weinig voelt voor een combinatie van politie en
brandweer.
Over het efficiency-onderzoek wil spreker nog zeggen, dat hij ver-
schillende rapporten van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten kent,
die het zeer goed doen. Daartegenover laten rapporten van particuliere
bureaus dikwijls jarenlang op zich wachten, terwijl het voor de gemeen-
tebesturen heel moeilijk is om ze los te krijgen. Hij denkt aan het rap-
port dat over Amsterdam is geproduceerd en dat in het algemeen niet
zo'n grote instemming heeft gevonden.
Mr. Rutgers krijgt het woord voor een persoonlijk feit. Het spijt
spreker, dat er in de goede verhoudingen, die altijd in de raad heersten,
nu een toon gekomen is, die hem niet plezierig voorkomt. Spreker wil graag
zeggen, dat de heer Verkouw spreker weet niet wat de bedoeling er
van was door hem de handlanger van de heer Verhoeven te noemen,
spreker daarmede geenszins heeft beledigd. Ook wil spreker zeggen, dat
hij in tweede instantie iets tegen de leden van de fractie van de P.v.d.A.
heeft gezegd omdat mevrouw v.d. Meulen, sprekende in eerste instantie,
hem daartoe aanleiding heeft gegeven. Het is dus niet zo en spreker
hoopt dat de heer Verkouw dit van hem wil aanvaarden dat spreker