26 januari 1961. 65 De Voorzitter zegt, dat het normaal is dat de algemene beschou- wingen worden gehouden door één woordvoerder van elke fractie. Wan- neer een lid van een bepaalde fractie een toelichting op een bepaalde zaak wil geven dan krijgt hij bij de replieken daarvoor de gelegenheid. Wanneer de andere leden ook algemene beschouwingen gaan houden gaat de vergadering te lang duren. Als gevolg van een inwendige taakverdeling in de fractie van de P.v.d.A. heeft de heer Verkouw met sprekers toe- stemming het woord gevoerd. Nu krijgt de heer Zegwaart het woord en spreker neemt aan, dat hij geen algemene beschouwingen zal houden, maar over een speciale zaak zal spreken. De heer Zegwaart zegt te willen spreken over de werkclassificatie en de merit-rating, over het woningbeleid en over de muntgasmeters. Hij zal dat nu wel ergens anders tussen vlechten. De heer Scheer moet toch de verklaring van het hart, dat de heer Verkouw op een onjuiste wijze de voorzitter en de vergadering heeft voorgelicht. De heer Verkouw heeft gezegd, dat hij op één bepaald punt deskundig is en dat hij daarover iets zou willen zeggen maar hij heeft een duplicaat van de algemene beschouwingen gegeven. De Voorzitter antwoordt dat hij dat heeft toegelaten. Spreker ge- looft dat dit te zijner beoordeling staat. De heer Scheer zegt, dat de voorzitter ook niet wist wat er zou komen en nu is het gebeurd. Spreker kan zich voorstellen, dat de voor- zitter welwillend wil zijn tegenover de raadsleden en hun in het spreken niet wil couperen, maar de heer Verkouw heeft hier persé een foutieve inleiding gegeven, en daar protesteert spreker tegen. De Voorzitter neemt hiervan akte. De woorden van de heer Ver- kouw hadden bij spreker oorspronkelijk de indruk gewekt, dat hij niet lang en niet in het algemeen zou spreken, maar bovendien heeft spreker op een dag als vandaag consideratie met de fractie van de P.v.d.A., die geen vertegenwoordiger in het college heeft en die hij daarom graag in de gelegenheid stelt om datgene te zeggen, wat zij op het hart heeft. Mr. Pliester zou wel graag aangetekend zien, dat hij met de be- schouwingen van de heer Verkouw gedeeltelijk niet, en met de conclusie van de heer Verkouw geenszins kan instemmen. Spreker zou willen voor- stellen om, wanneer een lid van een fractie een bepaald onderdeel wil behandelen, dit te voren even te kennen geeft. Het lijkt de Voorzitter het beste, dat nu besloten wordt om de begroting het volgend jaar zô te behandelen, dat één lid van een fractie algemene beschouwingen houdt en dat te voren wordt opgegeven of eventueel een ander lid van die fractie over een bepaald onderwerp zal spreken. De vergadering gaat hiermede akkoord. De Voorzitter zegt, dat de heer Rutgers heeft opgemerkt, dat hij nog niet helemaal gerust is over de intercommunale samenwerking van gemeenten en speciaal ten aanzien van Bloemendaal in verband met het zgn. plan de Ranitz. Spreker acht het op een zeker ogenblik diplomatiek om afzijdig te blijven tot een bepaald moment. Het belang van de eigen gemeente is primair en wanneer dat belang niet in gevaar komt en er nog geen stappen behoeven te worden genomen, is het ook niet nodig om er in te springen. Zo is ten aanzien van dit onderwerp de gedachtengang van het college geweest. Binnenskamers krijgt men wel eens dingen te horen, waarvan men schrikt en die niet in een openbare raadsvergadering kunnen worden gezegd. Deze zijn voor het eollege aanleiding geweest, en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 65