70 26 januari 1961. Engeland gewezen. Spreker weet niet of dat een gelukkig voorbeeld is. Engeland behoort tot de overwinnaars van de oorlog, maar spreker gelooft dat deze overwinnaar heel wat later op het paard is gekomen dan de over- wonnene. Of dit mede te maken heeft met de 5-daagse werkweek, die men in Engeland coute que coute heeft gehandhaafd tijdens welke misêre ook, is spreker niet bekend maar het zou wel eens kunnen zijn, dat als men haar niet gehandhaafd had, men de overwonnene niet had zien voorbij streven. We kunnen dit allemaal in het midden laten. Oe 5-daagse werkweek zal regionaal opgelost moeten worden. Alle problemen die zich hierbij voor- doen zullen met de raad nader worden bezien. De Voorzitter vraagt of het niet mogelijk is dat de gasdruk wordt beïnvloed door de te lage druk van het water, want vele geisers doen het Pas wanneer de druk op het water hoog is. Wanneer de waterdruk te laag is brandt de gasgeiser niet op volle capaciteit. Spreker kan zijn geiser alleen goed laten werken wanneer hij een tweede kraan openzet. Spreker heeft daaruit de conclusie getrokken, dat de waterdruk in deze ook van invloed kan zijn. Wethouder Mr. van Wijk meent dat men eigenlijk een lage water- druk moet hebben en een hoge gasdruk zodat het water niet te snel door de circulatieleiding gaat. De Voorzitter vraagt, zijn visie op deze zaak door de experts te laten onderzoeken. De Voorzitter stelt aan de orde de behandeling van het algemeen verslag van het in de afdelingen van de raad verhandelde met de memorie van antwoord daarop van burgemeester en wethouders. Opmerkingen van algemene aard: Punt 4. De heer Verhoeven begrijpt het antwoord van burgemeester en wet- houders met helemaal. Zij zeggen n.l. dat het restant-bedrag der ge- waarborgde leningen niet vöör 1 januari bekend is. Spreker kan zich dat met voorstellen. Hij gelooft dat toch wel vaststaat hoe groot de restant- schuld is. Wethouder Corver wijst er op, dat de gemeente ook leningen van de Bouwkas heeft gegarandeerd. De opgaven van de restant-schuld daarvan komen eerst in het begin van het jaar binnen. Als men de restant-schuld van de andere leningen wil weten, zou men de opgave moeten splitsen. De heer Verhoeven had daar niet aan gedacht. De heer Schuitenmaker zegt, dat hij die vraag heeft gesteld en dat eerder ook al eens heeft gedaan. Toen heeft de heer Verkouw gezegd dat die gegevens in de begroting staan, hetgeen echter niet het geval is. Het was dus toch wel mogelijk geweest om die staat, zoals hij in februari of maart is ingediend, bij de begroting over te leggen. Met garanties moet men een beetje voorzichtig zijn gezien het voorgevallene in Amsterdam. De heer Verkouw geeft toe dat destijds aan het adres van de heer Schuitenmaker te hebben gezegd. Deze staat moet bij de begroting aan Gedeputeerde Staten worden ingezonden. Zij kan ook worden opgemaakt. De Voorzitter antwoordt, dat de staat nu wel kan worden opgemaakt, maar burgemeester en wethouders hebben graag dat die staat volkomen in overeenstemming is met de werkelijke toestand. Wethouder Corver zegt, dat ieder raadslid van de staat inzage kan krijgen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 70