8 26 januari 1961. 2) Wij hebben onze krachten voornamelijk te concentreren op het hand- haven van Heemstede als goede, rust gevende woongemeente. Over beide onderwerpen moge ik enkeie gedachten formuleren en dan eerst over de samenwerking met andere gemeenten. Het afgelopen jaar heeft de toezending van het oude rapport Ter Veen aan de gemeentebesturen een kleine beroering verwekt. Ik meen, dat de kwestie van de in dit rapport gesuggereerde opheffing o.a. van de gemeen- te Heemstede thans al weer in de ijskast, of nog beter in de vuilnisbak kan worden gezet. Zulks niet het minst na de verstandige woorden, over dit punt gesproken door de burgemeester van Haarlem. De mogelijkheden van betere samenwerking werden trouwens reeds onder het oog gezien vöôr de publicatie van het rapport Ter Veen en wij zullen met het zoe- ken van samenwerking voort moeten gaan, geheel los van dit wat onge- lukkige rapport. Om up to date te blijven mag ik hier misschien parafra- seren op een woord van president Kennedy: ,,laten wij nooit uit vrees sa- menwerken, maar laten wij nooit vrezen om samen te werken". In het afgelopen jaar is er enige keren in deze raad gesproken over de samenwerking tussen de gemeenten in Zuid-Kennemerland. Op 27 mei 1960 hebt U de bereidheid tot samenwerken een noodzaak van deze tijd ge- noemd. Kort geleden heeft ook de burgemeester van Haarlem hierover ge- sproken en blijkens een krantenbericht heeft de burgemeester van Bloe- mendaal de vorige week aandacht geschonken aan de ,,groeiende inter- gemeentelijke samenwerking in Zuid-Kennemerland". In de krant van gisteren stonden hierover bovendien enige woorden van de burgemeester van Zandvoort. De heer Peereboom Voiler heeft daarbij gezegd volgens het kranten- bericht van de vorige week „dat de contacten tussen de verschillende gemeenten in de laatste tijd belangrijk zijn verbeterd". Hij noemde daarbij echter met name de gemeenten Haariem, Bloemendaal en Zandvoort, ter- wijl een der onderwerpen betrekking had op de verbetering- van de Zand- voorterweg. Het heeft mijn fractie verwonderd, dat het gemeentebestuur van Heemstede niet ook in dit krantenbericht voorkomt, al was het al- leen maar omdat het verkeer van en naar Zandvoort thans nog bijna ge- heel via ons grondgebied wordt geleid, hetgeen ons wegennet en onze politie herhaaldelijk zwaar belast. Is het juist, dat burgemeester en wet- houders bij dit eerste overleg niet zijn betrokken en weet Uw college wel- ke andere onderwerpen bij deze ,,nauwe betrekkingen" tussen de drie ge- noemde gemeenten ter tafel zijn gekomen? Ik word een weinig schichtig, als ik in een ander krantenbericht lees, dat Haarlem, Bloemendaal en Zandvoort voorstander zijn van een verbinding, welke ten zuiden van de agglomeraties Haarlem-Heemstede om zal lopen (het plan de Ranitz), want ik meen toch te weten dat dit plan de Ranitz door Heemstede geens- zins wordt gewaardeerd om bijzonder duidelijke redenen. Ik ben niet gerust over het nauwe contact tussen Haarlem, Bloemendaal en Zandvoort, zonder dat daarbij Heemstede wordt genoemd. Ik ben ook niet gerust over de activiteiten van Uw college om in het overleg in Zuid-Kennemerland het Heemsteedse geiuid duidelijk te doen horen. Ik hoop, dat Uw College mij duidelijk kan maken, dat ik ten onrechte onge- rust ben. Er zijn uiteraard vele onderwerpen, welke voor een grondige bespreking tussen de gemeentebesturen in aanmerking komen. Zelf heeft de voorzit- ter, al eens gewezen op het regionaal woonwagenkamp, dat er behoort te komen. Van de andere onderwerpen noem ik hier met aandrang de mede- werking, die alle gemeentebesturen in Zuid-Kennemerland behoren te ge- ven aan het tot stand komen van tehuizen voor chronisch zieke hejaarden. Ik heb met genoegen vernomen, dat verschillende particuliere instellingen vrij ver gevorderde plannen hebben, al spijt het mij enigszins dat ook voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 8