102
27 januari 1961.
lenen want als de heer Zegwaart die leest begrijpt hij misschien beter wat
er toen is gebeurd.
Mevr. van der Meulen zegt, er haar bezorgdheid over te hebben uitge-
sproken, dat burgemeester en wethouders er niet in zullen slagen op korte
termijn grond voor de bouw van woningwetwoningen te bestemmen. Omdat
spreekster daarop geen rechtstreeks antwoord heeft gekregen vraagt z'ij
nogmaals, of burgemeester en wethouders bereid zijn in dat geval andere
gemeentegrond daarvoor te bestemmen of dat burgemeester en wethouders
van mening zijn, dat de bouw van de woningwetwoningen dan moet
wachten.
Wethouder van Lent antwoordt, dat in de eerste plaats de plannen
worden uitgewerkt voor de te kopen grond in de Rivierenbuurt. De ge-
meente krijgt over die grond per 1 juli de beschikking. Onmiddellijk daar-
na wordt er begonnen met het bouwrijp maken van het terrein. Inmiddels
kunnen de bouwplannen klaar zijn. Bovendien behoeft de grond niet hele-
maal bouwrijp te zijn vöör met de bouw kan worden begonnen. Ook ligt
daar nog grond voor 31 woningen, maar die komt niet in aanmerking voor
goedkope bouw. Daar komen woningen van 150,180,huur per
maand.
Het plan de Glip II is in een vergevorderd stadium van voorbereiding.
Het zal zeer binnenkort aan de raad worden voorgelegd. De daaronder
vailende grond is bijna geheei eigendom van de gemeente zodat dus even-
tueel daar gebouwd zou kunnen worden. Bij de bouw van woningwet-
woningen moet er rekening mee worden gehouden, dat de prijs van de
grond laag is opdat de prijs van de woningen zo laag mogeiijk uitvalt. Zo
is in de Rivierenbuurt de grond voor particuliere bouw duurder verkocht
dan de gemiddelde grondprijs, waartegenover een lagere grondprijs voor
de woningwetbouw kon worden aangehouden.
Mevr. van der Meulen vraagt, of zij kan aannemen, dat, wanneer de
eerste opzet niet gelukt, andere gemeentegrond voor de bouw van woning-
wetwoningen zal worden bestemd.
Wethouder van Lent: „Dat zullen we moeten bekijken."
De heer Kemp is de wethouder dankbaar voor de toezegging, dat hij
t.z.t. rekening zal houden met het door spreker geopperde idee, maar spre-
ker zou veel liever zien, dat het gemeentebestuur met een financier, die
zich in principe bereid verklaart om huurwoningen te bouwen, aan de tafel
zou gaan zitten om de mogelijkheden die ër zijn te bespreken. Spreker wil
graag spijkers met koppen slaan.
Wethouder van Lent antwoordt, dat, wanneer het uitbreidingsplan de
Glip II klaar is en er zou een kans bestaan om daar goedkope huur-
woningen te bouwen op de wijze zoals burgemeester en wethouders denken
dat zij gebouwd moeten worden, er geen bezwaar tegen zal zijn.
De heer Kemp: „Integendeel, dat is aliemaal winst."
De Voorzitter meent, dat het aanbevelenswaardig zal zijn het p'län
van de heer Kemp te doen uitvoeren, maar spreker wil er op wijzen, dat dit
alleen maar kan wanneer voor de te bouwen woningen premie wordt ver-
leend. Spreker heeft begrepen, dat dit enigszins duurdere woningen zullen
worden. Men weet hoe moeilijk het is om premie te krijgen en dat de
premie bij voorrang wordt toegekend voor woningen die het goedkoopst
zijn. Het zal dus zeer de vraag zijn of voor het plan spoedig premie zal
kunnen worden verkregen.
De heer Verhoeven zegt, dat dit een aanvulling is op het plan Zegwaart,
een plan Zegwaart II als het ware. Br is dus een financier bereid om een