OPENBARE VERGADERING
van de Raad der Gemeente Heemstede
op vrijdag 27 januari 1961 des nam. om 2 uur.
84
27 januari 1961.
Voorzitter: Mr. A. G. A. ridder van Rappard, burgemeester.
Tegenwoordig zijn de leden: mevrouw H. Cohen-Koster, mevrouw H. van
der Meulen-Houwer en de heren O. A. Brink, A. C. Hopstaken, P. Kemp,
P. J. van Kesteren, Ir. J. Kooijmans, N. J. van der Linden, Mr. K. A. F. J.
Pliester, M. D. Scheer, G. M. Schuitenmaker, Th. J. H. Verhoeven, H. J.
Verkouw, H. D. Vooren, G. J. Willemse, P. Zegwaart en de wethouders
J. C. Corver, E. J. van Lent en Mr. O. H. van Wijk.
Secretaris: de heer A. van Wingerde.
Afwezig met kennisgeving mevrouw E. M. A. Vriesendorp-de Clercq en
de heer Mr. J. W. Rutgers.
De Voorzitter opent de vergadering op de gebruikelijke wijze.
Mevrouw van der Meulen wordt door het lot aangewezen om bij even-
tuele stemmingen het eerst haar stem uit te brengen.
De Voorzitter stelt aan de orde de behandeling van de gemeente-begro-
ting 1961.
De heer Zegwaart vraagt het woord voor een persoonlijk feit. Spreker
moet nl. de gang naar Canossa maken en de wethouder van de bedrijven
zijn excuses aanbieden, dat hij hem er gisteren van beschuldigd heeft, dat
hij niet op de hoogte was van de gasprijs over de muntmeters. Spreker
moet toegeven, dat er geen verschil was tussen de kubieke meterprijs
voor gas over de normale meter en de muntmeter (applaus).
Punt 17
De heer Hopstaken zegt, dat nu de tarieven voor eiektra verlaagd zijn,
het hem een behoefte is zijn teleurstelling te uiten, dat van deze gelegen-
heid geen gebruik is gemaakt om de winkeltarieven speciaal onder de loupe
te nemen, hetgeen hem indertijd door de wethouder van de bedrijven is
toegezegd. Spreker kan zich in elk geval niet aan de indruk onttrekken,
dat, zodra het over de winkeltarieven gaat, de wensen van de winkeliers
niet serieus worden genomen. Niettemin biijft spreker hopen en vertrou-
wen, dat er nog een verbetering van de winkeltarieven zal worden inge-
voerd omdat hij zich niet kan voorstellen, dat door wethouder van Wijk
deze zaak niet in het oog wordt gehouden.
De heer Schuitenmaker zegt, dat in artikel 15, punt 14 van de verorde-
ning regelende de voorwaarden voor de levering van gas, water en elek-
triciteit staat:
„In percelen, voorzien van elektrisch licht, kan muntgas worden ge-
leverd, waarbij bovendien de volgende bepalingen gelden:
a. Voor rekening van de gemeente wordt een binnenleiding aangelegd van
ten hoogste 15 meter. In bruikleen worden gegeven twee eengats-
comforen;
b. In percelen met een bestaande muntgasaanleg kan alleen elektrisch
licht worden toegestaan, indien de in bruikleen ontvangen voorwerpen
met uitzondering van de comforen worden ingeleverd."