-
27 januari 1961. 111
het antwoord daarop van de wethouder, hierover niet veel meer behoeft te
zeggen. Zij is erg blij met de verve waarmede de wethouder gaat beginnen.
Spreekster heeft daar wel vertrouwen in.
Volgno. 22.100 Kosten van de oudercommissie en de ouderraad
Punt 66
De heer Zegwaart zegt, dat uit het antwoord op de gestelde vraag
blijkt, dat ongeveer 25 van de leerkrachten, die hier een woning krijgen,
binnen korte of lange tijd, meestal korte tijd, weer vertrekken en daarna
een woning in Heemstede bezet houden. Spreker weet wel, dat het on-
mogelijk zal zijn om dit helemaal te voorkomen, maar hij hoopt in elk
geval, dat, als men op een of andere wijze hiermede rekening kan houden,
dat h'et dân ook inderdaad zal gebeuren, want spreker vindt dit ook wel
een klein beetje erg.
Mr. Rutgers vraagt of het niet mogelijk is om er dienstwoningen van te
maken.
De Voorzitter antwoordt, dat woningen, die niet aan de school zijn aan-
gebouwd, niet als dienstwoning mogen worden bestemd.
Mr. Rutgers: ,,Door wie is dat bepaald?"
De Voorzitter antwoordt, dat de kantonrechter zo beslist.
Mr. Rutgers zegt, dat dienstwoningen inderdaad juridisch moeilijke
problemen opleveren, maar er zijn talrijke zgn. dienstwoningen, die niet
zijn aangebouwd en niet bij het gebouw staan waar de dienst wordt uit-
geoefend en die toch als onderdeel van de arbeidsovereenkomst in gebruik
zijn gegeven. Vele industrieën hebben dienstwoningen, die buiten hun ter-
rein liggen; dit wordt veelal door de rechterlijke macht aanvaard, tenzij
de afstand te groot wordt zoals b.v. bij woningen in Doosdrecht voor een
fabriek in Amsterdam.
De Voorzitter zegt, dat dit bij de gemeente anders ligt. Dit zou ook de
hele huurbescherming illusoir maken. Als een onderwijzer elders benoemd
wordt en men zou hem de huur opzeggen met de redenering, dat hij een
dienstwoning bewoont, dan aanvaardt de kantonrechter dat niet.
Mr. Rutgers: „Ja, zeker wel."
De Voorzitter zegt, dat zulks misschien voor fabrieken opgaat maar
voor de gemeente niet. Spreker verzoekt de heer Rutgers hierover zijn licht
nog eens te willen opsteken. Burgemeester en wethouders zullen het ook
van hun kant doen.
Hoofdstuk VIII 5 Openbaar buitengewoon lager onderwijs
Punt 67
Mevr. van der Meulen informeert naar het aantal kinderen met leer- en
opvoedingsmoeilijkheden, dat op Haarlemse scholen is geplaatst.
Wethouder Corver antwoordt, dat dit hem op het ogenblik niet bekend
is, maar het zijn er in ieder geval maar weinig. In de toelating der kin-
deren is een verbetering gekomen. Binnenkort zal er op dit punt nog weer
overleg plaats vinden tussen de Haarlemse wethouder van onderwijs en
spreker. Dat is al afgesproken.
Volgn. 36.110 Subsidie en contributie aan diverse verenigingen en
instellingen
Punt 72
De heer van der Linden spreekt het vertrouwen uit, dat dit jaar de