27 januari 1961.
121
XVII. AANVRAGE BESCHIKBAARSTELLING VAN GELDEN INGE-
VOLGE ARTIKEL 72 DER L.O. WET 1920 VOOR AANSCHAFFING
VAN LEERBOEKEN EN LEERMIDDELEN NIC. BEETSSCHOOL.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder voigno.
15. Leerboeken en Leermiddelen Nicoiaas Beetsschool.
De Voorzitter deeit mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdeiijke stemming vastgesteld.
XVm. AANVRAGE BESCHIKBAARSTELLING VAN GELDEN INGE-
VOLGE ARTIKEL 72 DER L.O. WET 1920 VOOR AANSCHAFFING
VAN LEERBOEKEN GERRIT BARGER ULO-SCHOOL.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder voigno.
16. Leerboeken Gerrit Barger ulo-school.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteid.
XIX. OVEREENKOMST GASLEVERING AAN BENNEBROEK.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
17. Overeenkomst gaslevering aan Bennebroek.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de bedrijven zich hier-
mede kan verenigen.
De heer Schuitenmaker voelt zich niet erg gelukkig met art. 7 van de
overeenkomst. Hij vindt de wijze van benoeming der scheidslieden nogal
monstrueus, terwiji op een gegeven ogenblik één man het voor het zeggen
heeft.
Mr. Pliester vraagt, wat er bedoeld wordt met de laatste alinea van
artikel 7 iuidende: „Voor zover met inachtneming der bepaiingen van het
Wetboek van Burgeriijke Rechtsvordering een der partijen in het ongelijk
wordt gesteld, worden de kosten door haar gedragen." Als dit een privaat-
rechteriijke regeling is, houdt dat dan in, dat de in het ongelijk gestelde
partij niet aileen haar eigen kosten maar ook die van de andere partij
betaalt
Wethouder Mr. van Wijk zegt, dat naar zijn mening arbitragebepalingen
veel zin hebben in contracten met betrekking tot zaken waarin deskundi-
gen nodig zuilen zijn als er geschillen komen. Men heeft vroeger wei eens
gedacht, dat arbitragebepalingen bepaalde procedures zouden versneiien.
In de praktijk is echter wei gebleken, dat zulks helemaal niet het gevai
is. Aan de andere kant heeft het ook zijn bezwaar wanneer rechters, die
uiteraard in veierlei materie geen deskundigen zijn, zich eerst zelf over
de zaak buigen en dan deskundigen gaan benoemen, die ten slotte toch wei
het beslissende woord gaan spreken. Daarom is het beter dat elke partij
een eigen deskundige benoemt die samen een derde aanwijzen. In dit gevai
bekort het de procedure toch wel. In gevalien als deze acht men het over
het algemeen geoorioofd en zelfs geboden om arbitrageclausules in con-
tracten op te nemen. Bovendien moeten gemeenten niet voor de rechter als
kemphanen tegenover elkaar staan, maar kunnen zij veel beter in de wat
gemoedelijker en rustiger sfeer van de arbitrage hun geschil tot oplossing
brengen.