130
27 januari 1961.
normale risico's van enige particuliere personen en het van overheidswege
helpen van een groot aantal burgers dat door een ramp is gedupeerd.
Spreker heeft met belangstelling de uitnodiging van de heer Verhoeven
gehoord, om een comité op te richten, waarin mevr. van der Meulen, de
heer Verhoeven en spreker zitting zouden nemen, om gelden in te zamelen
voor die mensen die de geleden schade niet kunnen dragen. Spreker wil
zich daar graag bij aansluiten.
Wat de heer Brink zegt, lijkt spreker heel bezwaarlijk uit te voeren,
want de aannemer is allang van zijn onderhoudstermijn af. A1 is er een
constructiefout dan geeft dat nog geen enkele verplichting voor de huis-
eigenaar om voor de huurders wat te doen en daar is naar sprekers ge-
voel ook geen enkel moreel recht op. Honderden woningen zijn verkeerd
gebouwd. Het gaat hier zuiver om het rechtsstandpunt.
Wethouder van Lent zegt, dat, als de aannemer het werk volgens het
bestek maakt, hij er af is.
De Voorzitter meent, dat de heer Brink iets te positief heeft gesteld,
dat de architect of aannemer de constructiefout hadden kunnen voorko-
men. Het bestek is ook openbare werken gepasseerd en niemand heeft op-
gemerkt, dat er in de plannen een constructiefout zat. Niemand heeft dit
ook kunnen voorzien.
De heer Brink: Wel nadat de woningen waren opgeleverd.
De Voorzitter antwoordt, dat deze woningen in een abnormale tijd zijn
gebouwd.
Wethouder van Lent zegt, dat, als men iemand in de beklaagdenbank
wil zetten, men in Den Haag moet zijn.
De Voorzitter wijst er op, dat bezuinigingen moesten worden aange-
bracht die burgemeester en wethouders liever niet hadden gezien. Zij heb-
ben nooit kunnen vermoeden, dat die bezuiniging zulke gevolgen zou heb-
ben. Er is door de architect een fout begaan, maar dat kon hij niet weten.
Hij is de mening toegedaan geweest, dat de wijzigingen geen nadelige
gevolgen zouden hebben.
Wethouder van Lent herinnert er aan, dat de daken van de huizen in de
Provinciënbuurt ook later lek bleken te zijn, zodat daaraan ook verbete-
ringen moesten worden aangebracht. Dat was ook een gevolg van ver-
keerd toegepaste bezuiniging.
De heer Zegwaart meent, dat het goed zal zijn dat er nu, hetzij middels
de Stichting hetzij rechtstreeks van burgemeester en wethouders uitgaan-
de, aan de bewoners bericht wordt gestuurd, dat, zodra de weersomstan-
digheden het toelaten, het euvel aan de huizen zal worden verholpen. Dat
zal een klein tegenwicht geven voor de wijze waarop de klagers zijn be-
handeld. Spreker zal geen namen noemen, maar er is tegen hen gezegd:
,,als jullie naar burgemeester en wethouders schrijven, dan komt die brief
hier om advies en dan gaat hij naar de prullenmand". Zoiets maakt de
mensen hels, dat kan men zich toch wel voorstellen. Zij maken geen on-
derscheid tussen burgemeester en wethouders en een ambtelijke instantie.
Zij spreken van het gemeentebestuur. Daarom zou spreker graag zien,
dat ze keurig netjes behandeld worden en persoonlijk worden geïnformeerd,
dat het euvel nu spoedig zal worden hersteld en dat het op juridische gron-
den enz. helaas niet mogelijk is om de geleden schade te vergoeden. Als
burgemeester en wethouders dat doen, zullen zij veel van de verloren
goodwill terugkrijgen.
De Voorzitter kan deze toezegging doen.
Mr. Rutgers zegt het te betreuren, dat hij jurist is, zodat hij zich niet,