27 januari 1961.
131
zoals andere raadsleden, kan versehuilen achter zijn juridisch onvermogen,
want spreker kan n.l. op dit ogenblik ook niet overzien hoe de zaak
precies ligt. Hoewel veel voelende voor dat wat de heer Verhoeven
heeft gezegd, vindt spreker toch nog niet het punt genaderd waarop
men de zaak maar moet afmaken en de rest aan het particulier initiatief
overlaten. Spreker zou willen voorstellen om een commissie ad hoc te be-
noemen die deze zaak van alle kanten bekijkt en de volgende maand ver-
slag uitbrengt van haar bevindingen, die dan niet alleen juridisch georiën-
teerd behoeven te zijn, maar ook haar zienswijze kan inhouden in hoeverre
een bepaalde verantwoordelijkheid voor de gemeente ligt en hoe die ge-
concretiseerd kan worden. Als daarna blijkt, dat het standpunt van de
raad is, dat hij niet kan of wil helpen spreker is het met de heer Plies-
ter een heel eind eens dan heeft men tenminste zekerheid. Daarna kan
dan eventueel worden bekeken of een beroep op de burgerij moet worden
gedaan. Spreker zou dus de beslissing van de raad over het toekennen van
schadevergoeding een maand willen uitstellen. Hij heeft dan ook gelegen-
heid om het juridisch advies eens door te lezen. Spreker gaat er natuur-
lijk mee akkoord, dat de woningen zo gauw mogelijk worden hersteld.
De Voorzitter constateert, dat de heer Rutgérs zich ten aanzien van het
toekennen van schadevergoeding nog niet helemaal zeker voelt, omdat hij
zich in deze materie nog niet voldoende heeft kunnen verdiepen. De heer
Rutgers kan echter van spreker aannemen, dat de raadsman van de ge-
meente zeer conscientieus is en zeer gedegen adviezen uitbrengt. Juridisch
gezien staat dus wel vast, dat de woningstichting en daardoor de gemeen-
te niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de geleden schade. Nu
adviseert de heer Rutgers een commissie ad hoc te benoemen. Spreker zou
dat ten sterkste willen ontraden, want dan krijgt men, dat men zijn goede
hart laat spreken en dat is juist wat niet moet gebeuren.
Mr. Rutgers zal heus niet alleen het hart laten spreken en dat zal mevr.
van der Meulen ook niet doen. Men moet hier bij het verstand en het hart
tezamen te rade gaan.
Mr. Pliester merkt op, dat de heer Rutgers de commissievergadering
niet heeft bijgewoond en daarom begrijpt spreker heel goed, dat de heer
Rutgers zich weinig geïnformeerd voelt.
Mr. Rutgers gelooft echt, dat een commissie ad hoc de zaak niet alleen
met het hart zal bekijken. Spreker wii uitdrukkelijk verklaren, dat hij
dit voorstel niet doet omdat hij voor de gemeente nattigheid zou voelen,
maar omdat hij de mensen het volle pond wil geven.
Wethouder Corver zegt, dat iedereen het er mee eens is, dat de voor-
gestelde herstellingen moeten worden aangebracht. Daar hoeft geen com-
missie ad hoc voor te worden benoemd. Als men meent zich over de scha-
devergoeding nog nader te moeten informeren, kan daarop altijd in een
volgende vergadering worden teruggekomen. Voor burgemeester en wet-
houders is de zaak echter hiermede afgedaan.
De Voorzitter zegt, dat, wanneer er bewoners bij zijn waarvan zou
blijken, dat zij door de geleden schade aan hun inboedel in moeilijkheden
zijn gekomen, er altijd wel een mogelijkheid is om deze mensen te helpen.
Dan kan van particuliere zijde wat worden gedaan, eventueel kan de ge-
meente daarin stimulerend werken. Er zullen er echter velen onder zijn,
die de normale risico's verbonden aan het huren van een huis, heel goed
zelf kunnen dragen. Spreker zou echter aan de woningstichting willen
overlaten om de schade te registreren en te rapporteren wie de schade niet
kan dragen.