92
27 januari 1961.
Volgno. 03.220 Subsidie en contributie aan diverse verenigingen en
instellingen
Punt 37
De heer Verhoeven heeft gisteren uit het betoog van de wethouder be-
grepen, dat het vaststellen van subsidienormen eigenlijk maar een voor-
iopig middel is om tot verfijning van de subsidies te komen. Spreker zou
graag zien, dat er bij een volgende gelegenheid van enig overieg sprake
zal zijn, waarbij de wethouder niet tort et travers blijft vasthouden aan
de norm ,,contributie". Deze is volgens spreker voor wat de E.H.B.O.-
verenigingen betreft een foutief uitgangspunt. Wanneer dat bij een vol-
gende gelegenheid nader wordt bezien is spreker tevreden gesteld.
De heer Verkouw zegt, dat subsidiëring op grond van de norm ,,contri-
butie van de leden" in het algemeen aantrekkelijk is omdat zij het werven
van leden stimuieert. Maar sommige subsidies worden pas aantrekkelijk
ais enige normen in combinatie worden gehanteerd. Het iijkt spreker dat
elke E.H.B.O.-vereniging, groot of klein, bepaalde vaste kosten zoals zaal-
huur, eventuele beioning van een instructeur, enz., heeft. Spreker zou de
wethouder de suggestie aan de hand wiiien doen voor dergelijke vereni-
gingen eerst een vaste subsidie van 50,— of f 75,— te geven en daaren-
boven een subsidie gebaseerd op de hoogte der contributies. Dat kan rustig
bekeken worden, omdat door de overgangsbepaling geen der verenigingen
dit jaar minder subsidie ontvangt. Voor het volgend jaar geldt dat natuur-
lijk niet meer.
Spreker zou wiiien opmerken, dat de heer Rutgers destijds een vraag
heeft gesteld over de subsidie aan Pro Juventute. Spreker weet niet of een
van de leden van diens fractie er over zal spreken, maar misschien kan de
heer Rutgers straks gelegenheid worden gegeven daar het zijne van te
zeggen.
Wethouder Corver kan zich voorstellen, dat niet iedereen bout portant
met de voorgestelde subsidiebedragen akkoord gaat. Dat zou ook wel een
wonder zijn. Spreker is blij, dat ook de heren die gisteren gesproken heb-
ben er akkoord mee gaan, dat afgewacht wordt hoe dit alles in de praktijk
zal lopen. In de loop van dit jaar maar ook in de loop van de volgende
jaren kan hiermee ervaring worden opgedaan. Spreker is natuurlijk bereid
en hij zou er zelfs bijzonder veel prijs op stellen, dat deze hele zaak een
volgende keer met de oorspronkelijke subsidienota en alles wat daar op en
aan is, in de financiële commissie wordt gebracht. Spreker zegt daarbij
graag toe, dat burgemeester en wethouders natuurlijk niet tort et
travers aan bepaalde maatstaven of normen vast zullen houden. Spreker
is het met de heer Verkouw eens, dat het vaak wel nuttig kan zijn, dat
bepaalde grondbedragen worden gesteld. Dat is in bepaalde gevailen ook
al gebeurd. Er zulien er misschien nog wel een paar zijn aan te wijzen.
Men zal het systeem met elkaar moeten zien te vervolmaken.
De heer Scheer zegt, niet bekend te zijn met de motieven die bij de heer
Rutgers aanwezig zijn om voor of tegen de subsidie van Pro Juventute te
spreken.
Hoofdstuk IV. Volksgezondheid
Punt 38
Mevr. Colien meent, dat het antwoord op de vraag naar een post
op de begroting voor de kosten van een enquête onder de boven-
65-jarigen, het onvermijdelijk maakt hoewel zij daar niet veel
voor voelt oude koeien uit de sloot te halen. Spreekster wil het college
herinneren aan het feit, dat in de memorie van antwoord op het afdelings-