23 februari 1961.
147
XVIII RONDVRAAG
Verbetering woningen Thorbeckelaan.
De heer Van Kesteren zegt, dat volgens de pers, na de laatste raadsver-
gadering door of namens de bewoners van de Thorbeckelaan een brief aan
burgemeester en wethouders is gericht. Spreker zou van het college gaarne
vernemen hoe het met deze zaak staat.
Wethouder Van Lent antwoordt, dat de bewoners tot burgemeester en
wethouders het verzoek hebben gericht om alsnog vergoeding te krijgen
voor de schade die zij hebben geleden. Voorts is gevraagd, de in een brief
van de bewoners genoemde gebreken aan de huizen te onderzoeken.
Wat het eerste betreft, staat het college op het standpunt, dat geen ver-
goeding kan worden gegeven. Wat het tweede betreft kan spreker mede-
delen, dat dit onderzoek gaande is. De commissie van onderzoek zal de
klachten die er zijn, beoordelen.
Mr. Kutgers dacht, dat het bestuur van de woningstichting zou onder-
zoeken hoe groot de schade bij de bewoners was en dat de raad daarover
nader zou worden ingelicht.
Wethouder Van Lent zegt, dat de leden van de commissie van onderzoek
nagaan welke schade er is geleden zonder daarbij enige toezegging te doen,
zodat de bewoners daaruit niet de conclusie mogen trekken, dat inderdaad
schadevergoeding zal worden gegeven.
Mr. Rutgers vraagt, hoever de commissie met haar onderzoek is.
Wethouder Van Lent antwoordt, dat zij daarmede nu bezig is. Het zijn
48 woningen die stuk voor stuk moeten worden nagekeken.
De heer Van der Linden geeft de bewoners niet veel kans op schadever-
goeding, want deze commissie heeft burgemeester en wethouders al met
klem geadviseerd om geen schadevergoeding te geven.
De Voorzitter wil voordat er een algemeen debat ontstaat, er even op
attenderen, dat deze kwestie ook heeft gespeeld in de begrotingsvergade-
ring. Toen is uitdrukkelijk door burgemeester en wethouders gesteld, dat,
gezien het ingewonnen rechtskundig advies de gemeente niet aansprake-
lijk kan worden gesteld voor de geleden schade en dat burgemeester en
wethouders niet van plan waren schadevergoeding te geven. Dat standpunt
is door de raad aanvaard. Mogelijk is daaromtrent enige verwarring, om-
dat in die vergadering de opmerking is gemaakt, dat in zeer schrijnende
gevallen misschien op een of andere wijze een tegemoetkoming kan wor-
den verleend.
Mr. Kutgers zegt, dat het college zijn standpunt wel heeft gehandhaafd,
maar dat de raad heeft gezegd, dat hij in deze nog geen beslissing wilde
nemen. Spreker heeft zelfs nog voorgesteld een commissie ad hoc hier-
voor te benoemen. Toen heeft de voorzitter gezegd, dat het bestuur van de
woningstichting eén onderzoek zou instellen en dat de raad hierover zou
worden ingelicht. Daar wacht de raad nu op.
De Voorzitter meent te moeten betwijfelen of het juist is wat de heer
Rutgers naar voren heeft gebracht. Spreker stelt voor om eerst de notu-
len af te wachten.
Wethouder Van Lent merkt op, dat burgemeester en wethouders in-
middels aan de bewoners hebben medegedeeld, dat er geen schadevergoe-
ding zal worden gegeven.
De heer Zegwaart zegt de suggestie te hebben gedaan en spreker ge-
iooft dat die door burgemeester en wethouders is overgenomen, om de be-
