138
23 februari 1961.
bald, gehockeyd en het zou zo leuk zijn als van spelers, die uitkomen voor
de wereldkampioenschappen zou kunnen worden gezegd, dat zij het spel
hebben geleerd op het speelterreintje bij de Herman Heijermanslaan in
Heemstede. Alles is mogelijk. Natuurlijk is de bouw van woningen een
belangrijk punt en spreker is ook wel bereid zijn medewerking te geven
om het terrein te verkopen, maar dan komt hij weer terug met de vraag,
waarom burgemeester en wethouders deze plotselinge beleidswijziging
maken, terwijl zij zolang hebben geaarzeld welke bestemming zij aan het
terrein zouden geven. Spreker is het voorts voor een groot gedeelte eens
met wat mevrouw Cohen heeft gezegd. Spreker vraagt zich af hoe deze
zaak gelopen is. Burgemeester en wethouders wisten toch, dat er aan de
bewoners van de achter het terrein liggende percelen aan de Zandvoortse-
laan voor bedrijfsdoeleinden een recht van overpad was verleend. Is het nu
zo geweest, dat burgemeester en wethouders eerst onderhandeld hebben
met de bouwers om het gehele terrein te verkopen? Heeft men geen reke-
ning gehouden met de belangen van de gebruikers van het achterpad?
Toen door het optreden van de heer Van Gelderen bekend was geworden,
dat de bewoners daar wel degelijk belang bij hadden, is er toen overwogen
om ook met de andere bewoners een regeling te treffen? Had het niet op
de weg van burgemeester en wethouders gelegen om ook met de belangen
van de andere aanwonenden rekening te houden Is het waar dat de heer
Van Gelderen maar een korte tijd gehad heeft om te beslissen'' A1 deze
vragen interesseren spreker en zijn fractie in hoge mate.
De heer Hopstaken rest niet veel meer te zeggen. Spreker sluit zich
volkomen aan bij de woorden van mevrouw Cohen en de heer Rutgers.
De heer Schuitenmaker merkt op, dat het advies van de commissie voor
het grondbednjf goedkeurend luidt, maar de helft van het aantal leden was
m de vergadering niet aanwezig. Als spreker aanwezig had kunnen zijn
zou hij beslist tegen het voorstel zijn geweest.
De Voorzitter antwoordt, dat als het quorum van de commissie aan-
wezig is, er een advies kan worden uitgebracht.
Wethouder van Lent zegt, dat het quorum van de commissie aanwezig
was, zodat zij bevoegd was om advies uit te brengen. Mevr. Cohen heeft
gevraagd of het toevallig is geweest, dat de heer Van Gelderen dit perceel
m handen heeft gekregen. Zo is het niet. Omdat burgemeester en wethou-
ders wisten dat de heer Van Gelderen zeer ernstig gedupeerd zou worden
wanneer hij in de toekomst het gebruik van dat pad niet meer zou hebben,
hebben zij zich met de heer Van Gelderen in verbinding gesteld en ge-
vraagd of hij er prijs op stelde dit pad te kopen. Burgemeester en wethou-
ders hebben daarop van de heer van Gelderen een brief ontvangen van de
volgende inhoud: „Hierbij verzoek ik U de strook grond gelegen achter de
percelen Zandvoortselaan 107, 109, 111, 113, 115, 117, 119, 121, 123, 125,
welke toegang geeft tot deze percelen in zijn geheel breed 2.25 'm en' lang
62 m mij te verkopen voor de somma van f 32,50 per m2 daar ik dan aan
de eigenaars van genoemde percelen zal proberen voor hetzelfde bedrag
van f 32,50 per m2 het weder te verkopen. Zo niet, dan tegen een billijke
vergoeding te vragen, ongeveer f 25,— per jaar, om over dit terrein hun
percelen te kunnen betreden".
Burgemeester en wethouders stellen voor, deze toegang aan de heer van
Geideren te verkopen omdat hij er het meest bij gebaat is, in verband met
het feit, dat hij in zijn bedrijf ernstig gehandicapt zou worden als hij dit
achterpad niet ter beschikking* heeft. De kopers van de percelen die hier
gaan bouwen waren ook bereid dit pad er bij te kopen, maar burgemeester
en wethouders meenden, dat zij de heer Van Gelderen in de gelegenheid
moesten stellen om dit pad te kopen, zodat hij in elk geval in de uitoefe-
ning van zijn bedrijf geen moeilijkheden zou kunnen krijgen. Het is wel