27 april 1961.
178
dat zij ook 's winters kunnen worden uitgevoerd. Spreker heeft goede
hoop, dat, wanneer de plannen eenmaal naar Den Haag zijn doorgestuurd
en hurgemeester en wethouders zich tot de betreffende minister en ook tot
de minister van sociale zaken wenden en daarbij wijzen op de bijkomstige
omstandigheden, die voor de bouw van het bad aanwezig zijn, er nog een
redelijke kans is, dat Heemstede een pré krijgt. Spreker verheelt niet,
dat het hem ook grote zorgen baart, dat in Den Haag zo'n groot aantal
zwembadplannen ten departemente ligt en dat er maar een bepaald aantal
baden per jaar kan worden gebouwd, zodat het uiteraard heel moeilijk zal
zijn om goedkeuring te krijgen. Is de goedkeuring eenmaal verleend, dan
bepaalt Ir. Ottevanger te Haarlem wanneer men zal kunnen beginnen. Dit
werk is winterwerk zodat, wanneer men in het najaar zou kunnen begin-
nen en men stelt de bouwtijd op ongeveer 6 maanden, met het begin van
het nieuwe zwemseizoen het nieuwe bad klaar zou kunnen zijn.
Ten aanzien van het herstel van het oude bad merkt spreker op, dat hij
daarvoor destijds een bedrag van f 30.000,heeft genoemd. Dit was een
slag in de lucht. Alleen weet spreker wel, dat, wanneer men eenmaal aan
herstel begint, er zich altijd wat voordoet, waarvoor ook voorzieningen
moeten worden getroffen. Het kan zeer wel zijn, dat men er dan al tien-
duizenden aan besteed heeft en dat er dan op een zeker moment een aan-
vullend krediet moet komen.
De heer Van der Linden: „Voor 3 jaar dan."
De Voorzitter zegt, dat niet te weten. Spreker praat dus nog even niet
over de bovenbouw, maar alleen over de bassins en walkanten. Verleden
jaar zijn er mensen door de walkant gezakt. Toen zijn er betonnen platen
gelegd, waardoor de mogelijkheid aanwezig was om dat jaar nog te zwem-
men. Ir. Kooijmans heeft ook al gezegd, dat er in de zwemvijvers in Groe-
nendaal altijd meer gevaar is dan elders, omdat men hier open bassins
heeft en dus niet het mooie blauwe water dat men in andere zwemvijvers
wel aantreft, waardoor er speciaal toezicht nodig is, omdat men de zeker-
heid moet hebben, dat er geen ongelukken gebeuren.
Ook de heer Van der Linden heeft betoogd, dat men in dit geval maar
een andere architect had moeten nemen. Dat zou eehter de klok volkomen
terugdraaien zijn geweest. De nieuwe architect zou een heel nieuw plan
hebben moeten maken en dat ook weer in de commissie van de Vereni-
ging van Nederlandse Gemeenten hebben moeten brengen. Dat had jaren
gekost. De heer Van der Linden neemt dit veel te licht op.
De heer Van der Linden zegt, dat men met een goede intentie in een
jaar tijd heel wat kan doen.
De Voorzïtter moet dit ten sterkste ontkennen.
De heer Zegwaart heeft gezegd, dat het toch eigenlijk ten hemel schrei-
end is, dat het college en spreker niet op de hoogte zijn gesteld van de
schrikbarende toestand van de zwemvijvers. Spreker wil toegeven, dat bur-
gemeester en wethouders dit niet hebben beseft en dat dit hun ook niet ter
kennis is gebracht.
De heer Scheer: ,,Maar heeft U wel daartegen geprotesteerd
De Voorzitter antwoordt, dat protesteren achteraf weinig helpt. Niet
vergeten mag worden, dat burgemeester en wethouders met de bouw van
een- nieuw zwembad in het vooruitzicht er uiteraard weinig voor voelden
om grote investeringen voor het oude zwembad te doen en dat degenen,
wie in eerste instantie dit aangaat, natuurlijk ook van dat standpunt zijn
uitgegaan en dus bij burgemeester en wethouders geen plannen hebben
ingediend.
Mevrouw Vriesendorp zou gaarne zien, dat de commissie ad hoc hierbij