27 april 1961.
180
De heer Van der Linden vraagt zich af, of zich hier niet wreekt, dat wij
hier te maken hebben met een stichting, terwijl de raad geen directe zeg-
genschap heeft. Spreker heeft het al eens eerder gezegd, dat de raad over
zaken die ressorteren onder de stichting, hoogstens vriendelijk kan ver-
zoeken maar niet met een initiatiefvoorstel of wat dan ook kan komen
of op de gewone gang van zaken invloed kan uitoefenen. Spreker gelooft,
dat hier aan de samenwerking nogal het een en ander hapert. Dat is ten-
minste zijn ervaring, ook op andere punten. Spreker wil het hier nu maar
eens openlijk en eerlijk zeggen. Hij meent, dat de samenwerking veel in-
tensiever zal moeten worden. Ten aanzien van de bedrijven heeft spreker
dat al herhaaldelijk gezegd.
Mevr. Vriesendorp zou graag het voorstel in stemming zien gebracht, dat
zo spoedig mogelijk tot een noodreparatie van het zwembad wordt overge-
gaan. Of dat nu in de ene commissie wordt behandeld of in de andere,
maakt niet uit. Natuurlijk is spreekster in dergelijke zaken totaal ondes-
kundig, maar zij meent, dat er in de commissie van openbare werken ook
mensen zitting hebben die niet terzake kundig zijn.
De Voorzitter zegt, dat men toch onmogelijk een voorstel kan indienen
om een besluit te nemen tot reparatie van het zwembad terwijl men über-
haupt niet weet hoeveel het zal kosten.
De heer Verkouw lijkt het een belangrijke vraag hoelang deze reparatie
zal moeten stand houden.
De Voorzitter merkt op, dat, als tot herstel van de zwemvijver wordt be-
sloten, zulks inhoudt, dat alle baden moeten worden leeggepompt en het
zwembad dus in zijn geheel niet te gebruiken zal zijn.
Wethouder Van Lent stelt voor, dat burgemeester en wethouders, nadat
de plannen naar Den Haag zijn doorgeeonden, met de meeste spoed zullen
trachten mededeiing te krijgen, wanneer met de bouw van het nieuwe
zwembad zal kunnen worden begonnen. Mocht blijken, dat dit niet binnen
zeer afzienbare tijd het geval zal zijn, dan kan getracht worden het oude
bad in de komende winter zover te herstellen, dat 't nog enige jaren bruik-
baar zal zijn. Men moet n.l. niet vergeten, dat, wanneer men het oude bad
gaat herstellen, het gehele Zuiderbad enige maanden niet kan worden ge-
bruikt. Op het ogenblik kunnen van het zuiderbad de kleine bassins nog
gebruikt worden. Die zijn dus ook voor schoolzwemmen beschikbaar.
De heer Van der Linden vraagt zich af, hoe burgemeester en wethouders
de plannen voor het bouwen van een nieuw bad in Den Haag moeten gaan
verdedigen als zij nu nog geen concrete plannen hebben noch de kosten
weten.
De Voorzitter merkt op, reeds te hebben gezegd, dat alle stukken die
nodig zijn om de rijksgoedkeuring te verkrijgen, gereed zijn. Alleen ont-
breken nog enkele financiële en technische gegevens.
De heer Verhoeven meent, dat men het een kan doen en het andere niet
hoeft te laten. Z.i. is het het beste, de plannen voor het nieuwe bad zover
mogelijk door te drukken en daarnaast een onderzoek in te stellen naar de
mogelijkheid om het oude bad te herstellen. Wanneer het onderzoek op
korte termijn plaats vindt, zal de reparatie van het oude bad, als dat nodig
mocht blijken, direct ter hand kunnen worden genomen.
Mevr. Vriesendorp: „Kunt U morgen naar Den Haag gaan? U kunt met
mij meerijden!
De Voorzitter vindt dit toch geen opmerkingen. Als het werkelijk zin had
om naar Den Haag te gaan, had spreker dat allang gedaan. Spreker heeft
al meermalen gezegd, dat het geen nut heeft om naar Den Haag te gaan