75
2e Afd.
25 mei 1961.
BENOEMING DIRECTEUR VAN OPENBARE WERKEN.
Aan de Raad,
In de op 26 januari van dit jaar gehouden vergadering van Uw College
werd aan Ir. Th. J. Mebius met ingang van 1 maart 1961 op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als directeur van Openbare Werken.
Wij hebben in de daarvoor in aanmerking komende vaktijdschriften
sollicitanten voor deze functie opgeroepen. In totaal werden 27 sollicitaties
ontvangen. Aan de hand van de omtrent een aantal sollicitanten ingewonnen
inlichtingen en de daarop met enkelen hunner gevolgde bespreking met de
leden van ons college zijn wij van oordeel, dat onderstaande personen in
de vermelde volgorde voor een benoeming in deze betrekking in aanmer-
king komen.
Op grond van het bepaalde in het tweede lid van artikel 7 van het Al-
gemeen Ambtenarenreglement is voor het opmaken der voordracht, welke
uit ten minste twee personen behoort te bestaan, overleg gepleegd met de
commissie voor openbare werken. Deze commissie heeft in haar heden
gehouden vergadering de twee kandidaten, waarnaar onze voorkeur uit-
ging, ontvangen en zij kan zich met onze keuze verenigen.
Mitsdien mogen wij de volgende personen aan Uw Cöllege ter benoeming
tot directeur van Openbare Werken in deze gemeente voordragen:
1. de heer H. G. Peterse, adjunct-directeur van Openbare Werken te
Heemstede.
2. de heer A. van Nieuwenhuijze, directeur van Gemeentewerken te Zwol-
lerkerspei.
Behoort bij de ilen van de vergadering van de Raad van 25 mei 1961.
Heemstede, 23 mei 1961.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.
De secretaris,