81 2e afd. 29 juni 1961. UITKERINGEN-INEENS AAN HET GEMEENTEPERSONEEL OVER HET TIJDVAK VAN 1 APRIL 1960 TOT 1 JULI 1961. Aan de Raad, In ons voorstel, hetwelk leidde tot Uw besluit d.d. 28 april 1960, no. 62 tot zevende wijziging van de jaarwedderegeling voor de ambtenaren, deel- den wij U mede, dat de regering besloten had aan het overheidspersoneel een algemene salarisverhoging van 5 toe te kennen, zulks ingaande 1 januari 1960. Over het eerste kwartaal 1960 werd deze salarisverhoging ge- realiseerd in de vorm van een uitkering van 2x3%. Voor wat het perso- neel onzer gemeente betreft geschiedde dit ingevolge Uw besluit d.d. 28 april 1960, no. 67. Voorts deelden wij in genoemd voorstel mede, dat naast de algemene salarisverhoging de mogelijkheid gelaten was tot een verbetering van de financiële positie van het overheidspersoneel tot ten hoogste 1,2 van de salarislast en dat omtrent de besteding van deze 1,2 voor zover dit percentage niet reeds voor andere doeleinden was gebruikt, nader overleg plaats vond. Bij brief van 29 april 1961, no. A 612/U 1150 heeft de Minister van Binnen- landse Zaken aan de gemeentebesturen mededelingen gedaan omtrent de besteding van het restant van deze zogenaamde „franje". Deze medede- lingen kunnen, voor zover van belang voor het personeel onzer gemeente, als volgt worden samengevat. De ,,franje" zal ten goede komen aan de lagere en middelbare ambtena- ren op jaarsalaris. Het is de bedoeling, dat de salarisschalen met ingang van 1 juli 1961 worden herzien. De verhoging zal variëren van 1,tot 7,per maand. Over het tijdvak van 1 april 1960 tot 1 juli 1961 zal deze salarisverhoging voor de hiervoor in aanmerking komende personen wor- den gerealiseerd door de toekenning van een uitkering-ineens, berekend naar /3,of /7,per maand. Peildatum voor deze uitkering is 1 april 1961. Voorts deelt de Minister in zijn voornoemde circulaire mede, dat de re- gering besloten heeft het maximum-bedrag van de compensatie voor de premie A.O.W./A.W.W. ingaande 1 januari 1961 te verhogen van 34,77 tot 38,50 per maand. Het is de bedoeling, dat met de verhoging van dit maxi- mum rekening wordt gehouden bij de salarisberekening over juli 1961 en volgende maanden. Over het tijdvak van 1 januari tot 1 juli 1961 zal ook voor deze verhoging een uitkering-ineens worden toegekend. Deze uitke- ring bedraagt 4,per maand en is afhankelijk van het salaris op 1 april 1961. De Minister verzoekt de gemeentebesturen te bevorderen, voor het per- soneel der gemeenten vorengenoemde maatregelen eveneens te treffen. De vaststelling van nieuwe salarisschalen ingaaride 1 juli 1961 kan op eenvoudige wijze geschieden aan de hand van bij de circulaire gevoegde inpassingstabellen. Omtrent een wijziging van de jaarwedderegeling doen wij U een afzonderlijk voorstel toekomen. Voor de verhoging van de maximale compensatie voor de premie A.O.W./ A.W.W. is geen raadsbesluit nodig, omdat Uw besluit d.d. 28 april 1960, no. 63 inhoudt, dat deze compensatie wordt bepaald overeenkomstig de regeling welke voor het rijkspersoneel hieromtrent is of nader zal worden getroffen. Wij stellen U voor, de hierboven gereleveerde uitkeringen-ineens over het tijdvak van 1 april 1960 tot 1 juli 1961, door vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit, ook aan het daarvoor in aanmerking komend personeel on- zer gemeente toe te kennen. De ministeriële circulaire, alsmede het over deze aangelegenheid uitge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 15