31 augustus 1961.
263
welke wijze moet worden doorgegaan. De bedrijven hebben uitgerekend,
dat 2 man dit werk kunnen doen. Men kan ten aanzien daarvan pessimis-
tisch zijn, maar men moet wat dat betreft afgaan op de adviezen van de
bedrijven. Zou het iets meer kosten dan geraamd dan is dat nog zo erg
niet. Deze dienst door de gemeente bewezen, is geen indirecte ondersteu-
ning van een bepaalde bevolkingsgroep, want zij levert winst op. Dus,
wanneer het zo zou zijn, dat hiervoor nog wat moet worden aangeschaft,
b.v. een bakfiets of misschien 2 '/a man nodig zou blijken te zijn, dan kan
dat allemaal nog uit de opbrengst van deze verhuur worden bekostigd.
Nu kan men wel zeggen dat een particulier ook een geiser kan onderhou-
den, maar dan weten we wel hoe dat gaat. Dat gaat een jaar goed en dan
is de animo er af. Deze geisers kunnen alleen langer dan 10 jaar worden
gebruikt omdat ze vakkundig en op tijd worden onderhouden. Wanneer
dat te hooi en te gras eens gebeurt gaan de geisers geen 10 jaar mee.
Spreker gelooft, dat de heer Van Kesteren in deze te optimistisch is.
Inhakende op de opmerking van mevr. Vriesendorp zegt spreker, dat,
bij dit college althans, niet de minste neiging bestaat om binnenkort of
over langere tijd een voorstel te doen om dit dienstbetoon van de zijde
van de gemeente met andere apparatuur uit te breiden. Daar hoeft men
dus niet bang voor te zijn.
De voorgestelde tarieven zijn naar het gevoelen van burgemeester en
wethouders nu juister vastgesteld. In het verleden heeft inderdaad de een
iets tekort en de ander iets teveel betaald. Maar deze misstand, als men
het zo noemen wil, wordt bij dit voorstel dus gecorrigeerd.
Naar aanleiding van de desbetreffende opmerking van de heer Van Kes-
teren zegt spreker, dat in het gevraagde krediet van f 5000,voor 25
geisers nog wat reserve zit voor aanleg leidingen en arbeidsloon.
De heer van Kesteren zegt, dat volgens de brief van de directeur der
bedrijven de bijkomende kosten apart zijn berekend.
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat in elk geval niet meer dan het
genoemde aantal geisers wordt gekocht. Als er wat overblijft valt het mee.
De Voorzitter wijst er op, dat in het ontwerp-besluit staat „ter bestrij-
ding van de kosten van het aanschaffen en pläatsen van warmwaterdoor-
stroomapparaten".
Mevr. Vriesendorp begrijpt heel goed, dat de installateurs niet erg ge-
brand zijn op het schoonmaken van apparaten die zij zelf niet verkocht
hebben. Maar spreekster ziet niet in waarom de gemeente geen uitsterf-
systeem kan invoeren en doorgaan met het schoonmaken van de appara-
ten die eenmaal verhuurd zijn.
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat de gemeente bij een uitsterf-
systeem op een gegeven ogenblik, bij een steeds dalend getal geisers, voor
grote moeilijkheden zal komen te staan. Men moet dan toch een aantal
mensen in diénst houden, terwijl men dan misschien nog 600 apparaten in
onderhoud heeft. Naar sprekers mening komt men dan heel duur te wer-
ken.
De heer Brink meent, dat men de geisers ook aan de bewoners kan over-
doen die dan zelf een installateur voor het onderhoud kunnen nemen.
Wethouder Mr. van Wijk: „Dat is ook een oplossing."
Mr. Rutgers zegt, dat wat de heer Zegwaart heeft aangevoerd, hem toch
wel interesseert. De vraag of een bepaalde categorie mensen in ernstige
mate zal worden gedupeerd als de gemeente de verhuur en onderhoud van
geisers afstoot, is wel degelijk van groot belang. De wethouder is het er
in zijn hart wel mee eens, dat dit eigenlijk een zaak is van de
installateurs. De gemeente, aldus is gezegd, heeft de verhuur van geisers
