266 31 augustus 1961. Afsluiten Zandvaartpad voor fietsers. De heer Verkouw wil nogmaals burgemeester en wethouders vragen er nog eens over te denken om het Zandvaartpad af te sluiten voor fietsers. De Voorzitter antwoordt, dat zo weinig mensen per fiets van het Zand- vaartpad gebruik maken, dat burgemeester en wethouders de noodzaak van het afsluiten van dat pad voor fietsers nog niet aanwezig achten. Zwemvijvers. De heer Verkouw vraagt of de kostenbegroting van de nieuwe zwem- vijvers al is ontvangen. De Voorzitter antwoordt, dat een kostenbegroting van het eventueel weer doen herstellen van het zwembad is opgemaakt. Burgemeester en wethouders zullen in de september-vergadering een voorstel doen. De heer Verkouw bedoelt eigenlijk de kostenbegroting van het nieuwe zwembad die ai een half jaar wordt tegemoet gezien. De Voorzitter dacht, dat het oude zwembad was bedoeld, omdat er van- raad °P geattendeerd is, dat burgemeester en wethouders zo nodig tijdig voorstellen zouden doen voor herstel van het oude bad. De begroting voor het nieuwe zwembad is nog niet ingezonden Daarop moet de architect dus geattendeerd worden. Mevr. Vriesendorp hoopt, dat er geen voorstel zal worden gedaan om het zwembad maar af te breken. De heer Verkouw vraagt of de audiëntie met de minister al heeft plaats gehad. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Wel zal spreker morgen het ge- noegen hebben de staatssecretaris te ontmoeten. Ook heeft spreker een bespreking gehad met iemand die grote invloed in Den Haag heeft. Bespreking verslagen bedrijven. De heer Verkouw zegt, dat enige vergaderingen geleden door de heer Zegwaart van de rondvraag gebruik is gemaakt, en nu heeft de heer Rut- gers dat ook gedaan, om een opmerking te maken naar aanleiding van uitgebrachte verslagen van de bedrijven. Spreker meent, dat het niet juist xs om dat bij de rondvraag.te doen. Deze verslagen maken deel uit van de bedrijfsrekeningen die straks aan de raad worden aangeboden en door de fmanciële commissie worden onderzocht. Dan is de tijd daar om daar vra- gen over te stellen. Zou men hiervan gaan afwijken, dan zou spreker zich het recht willen veroorloven om daarover ook vragen te stellen, maar spre- ker gelooft dat men dan op het verkeerde pad is. Wethouder Mr. van Wijk stelt er prijs op te zeggen, dat de heer Rutgers spreker gewaarschuwd heeft, dat hij deze vragen zou stellen Dit is dus niet zo maar onverwachts gedaan. De Voorzitter merkt op, dat de heer Verkouw in zekere zin gelijk heeft, ma.ar dat de heer Rutgers zich dus in dit geval tevoren tot de wethouder had gewend. Als een raadslid een eenvoudige vraag stelt, vindt spreker het prettiger dat het raadslid direct een antwoord krijgt dan dat hij ontevre- den de zaal verlaat. De heer Zegwaart heeft er behoefte aan, nu hij met de heer Rutgers op een hoop is gegooid wat betreft het stellen van vragen over jaarverslagen van de bedrijven, op te merken, dat hij meent, met zijn indertijd gestelde vraag het college of de dienst van openbare werken voor een blamage te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 18