15 september 1961 272 bileum dat Uw man vandaag mag vieren. Ik was overtuigd en ik ben in die overtuiging gesterkt door hetgeen de voorzitter heeft gezegd ten aan- zien van Uw deel aan het werk van de burgemeester, dat ook U deze 11 jaar belangrijk werk hebt gedaan. Ook voor U willen wij het niet bij woorden laten doch onze gevoelens uitdrukken in een bloemenhulde die mevr. van der Meulen U zal overhandigen. Aanhalende het gebed, dat U burgemeester, bij het openen van onze vergaderingen uitspreekt, bid ik de Almachtige God, dat Hij Zijn zegen aan het werk, dat U als burgemeester en als burgemeestersvrouw zal worden opgelegd, zal schenken. Ik spreek daarbij en gij zult dat van mij verstaan de wens uit, dat gij heel lang voor elkaar gespaard zult mogen blijven. M. de V. Met Uw toestemming zou ik ook de familie van de burgemees- ter namens de raad onze hartelijke gelukwensen willen aanbieden en dan zeer speciaal aan mevrouw Mundt, die het toch wel een voorrecht mag heten deze bijeenkomst, waarin een zö belangrijk feit van een van haar kinderen wordt herdacht, te kunnen bijwonen. Ik feliciteer U daar bijzonder mee en ik hoop, dat U nog vele jaren de gelukkige getuige van het werk van Uw beider kinderen zult mogen zijn. Ook de jongeheer van Rappard feliciteer ik met het jubileum dat zijn vader vandaag viert." De burgemeester antwoordt als volgt: ,,Meneer de Voorzitter, dames en heren leden van de raad, geachte aan- wezigen, Het is voor mij niet gemakkelijk op dit ogenblik op Uw woorden, me- neer de voorzitter, te antwoorden, omdat ik op deze dag al zo onnoemelijk veel heb doorleefd en zo onnoemelijk veel in mijn hart heb moeten door- maken. Ik kan U zeggen, dat ik in de laatste dagen, toen hoe langer hoe meer de datum van dit jubileum naderde, steeds heb teruggedacht aan het feit, dat ik 25 jaar geleden tot burgemeester werd benoemd. 25 Jaar zijn aan mij voorbij gegaan met hun hoogte. en dieptepunten. Eigenlijk kan ik alles samenvatten in één zin, n.l., dat mijn hart vervuld is van een innige en grote dankbaarheid. Een dankbaarheid die in de eerste plaats uitgaat tot God. Ik wil U zeggen, dat ik als kind diep ben gaan geloven. Dat is mijn steun en mijn kracht geweest in mijn leven on- danks het feit, dat ik vele malen dingen heb gedaan die ogenschijnlijk daarmede in strijd bleken te zijn. Op deze hoogtijdag in mijn leven ben ik God intens dankbaar voor de zegen die Hij mij heeft gegeven. Het is een wonder, ik ben geborgen geweest in Zijn liefde en ik heb altijd Zijn steun gevoeld. Het waren niet altijd gemakkelijke jaren. Vooral de eerste jaren in Olst, waaronder de moeilijke oorlogsjaren, toen ik alleen stond met een grote verantwoordelijkheid op de schouders en niet een vrouw naast me had die mij zou kunnen begrijpen en mij zou kunnen helpen. Die oorlogsjaren, waarin ik het grote geluk heb gehad om vrienden te krijgen, vrienden die mij geholpen hebben toen de tijd voor mij was aangebroken om onder te duiken, omdat ik op staande voet werd' ontslagen. Ik ben zo blij, dat 2 dezer vrienden hier in deze zaal aanwezig zijn. Dankbaar ben ik voor het grootste geluk dat een mens kan krijgen, n.l. een vrouw, een levensgezellin. Gij allen weet hoezeer dit in mijn leve'n van diepingrijpen de betekenis is geweest en hoezeer ik aan haar alles te danken heb. Ik ben dan ook zo intens blij meneer de voorzitter en meneer de nestor van de raad, dat gij in Uw hulde betrokken hebt haar, die voor mij zo ont- zettend veel betekent. Dankbaarheid is er in mijn hart voor het feit dat ik 2 mooie gemeenten heb mogen dienen. De bloeiende gemeente Olst die mij zo onnoemelijk lief is geweest en nog is, waar ik het geluk had als jongeman tot burgemeester te worden benoemd en toen na 13 jaar het lot uit de loterij, de grote prijs, Heemstede. Ik ben een man die het contact

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 5