123 2e Afd. 28 september 1961. VOORZIENINGEN 48 WONINGEN DR. J. R. THORBECKELAAN. Aan de Raad, Bij Uw besluit van 27 januari 1961, no. 18 werd een krediet van f 18.000,beschikbaar gesteld voor het treffen van enkele voorzieningen ten behoeve van het complex van 48 woningwetwoningen aan de Dr. J. R. Thorbeckeiaan. In de vergadering waarin dit besluit tot stand kwam deden wij de toe- zegging, dat wij de door de bewoners als gevolg van lekkages geleden schade zouden doen nagaan door de commissie van deskundigen, welke wij eerder instelden om ons te adviseren over de te treffen maatregelen tot opheffing van de aan deze woningen geconstateerde euvelen. Genoemde commissie heeft zich hieromtrent georiënteerd aan de hand van door de bewoners ingezonden opgaven van gebreken aan de woningen en de als gevolg daarvan geleden schade. Aan het door de commissie aan ons uitgebracht verslag van haar be- vindingen, hetwelk voor U bij de stukken ter inzage is gelegd, ontlenen wij het volgende. De door de bewoners aan vitrage, overgordijnen, zonweringen en vloer- bedekking geleden schade kon in verscheidene gevallen niet worden voor- komen. Ten dele echter dient de schade en het ondervonden ongerief te worden geweten aan een tekort aan zorgvuldigheid bij de betrokken be- woners zelf. Het nat worden van de vitrage door het condensvocht van de ruiten had in vele gevallen voorkomen kunnen worden door het spannen van een draad achter de vitrages langs. Verder dient vermeld te worden, dat het meren- deel der aangetroffen vitrage van nederlands fabrikaat bleek te zijn. Der- gelijke vitrage heeft bij normaal gebruik een levensduur van hoogstens vier jaar. Deze termijn mag zeker niet langer worden gesteld wanneer ■de ramen op de zonzijde zijn gelegen, zoals bij de onderhavige woning- blokken het geva! is. Het door de bezitters van deze vitrage gehanteerde argument, dat schade werd geleden door de noodzaak van veelvuldig was- sen deiu vitrage gaat dan ook slechts in zoverre op, dat de levensduur der vitrage daardoor met ongeveer 25 is verkort. De schade aan overgordijnen bleek in hoofdzaak te bestaan uit de kos- ten van het stomen ter verwijdering van kringen. Ook de schade aan vaste vloerbedekking beperkt zich in het algemeen tot enkele niet noemenswaardige kringen. Bij de beoordeling van de scha- de aan balatum dient in aanmerking te worden genomen, dat deze soort vloerbedekking, aangebracht op nieuwe beton- en cementdekvloeren, een betrekkelijk korte levensduur heeft. Door het in de vloeren nog aanwezige water, doch vooral door de nog uit de cement vrijkomende salpeter, wordt de vezel aangetast, waardoor het balatum broos en brokkelig wordt. De aan de lekkages te wijten schade is dan ook zeer betrekkelijk. Tenslotte zijn in de papieren zonweringen (zgn. ballastores) als gevolg van de lekkages kringen ontstaan. De verder door de bewoners ingediende klachten hebben betrekking op normaie kleine gebreken, welke overeenkomstig het huurreglement bij de woningstichting „Heemstede", welke de woningen in beheer heeft, hadden behoren te worden ingediend. De commissie heeft zich blijkens haar rapport in het algemeen niet aan de indruk kunnen onttrekken, dat de enkele bewoners, die de aktie tot schadevergoeding hebben ontketend, een overdreven voorstelling van de geleden schade hebben gegeven. Andere bewoners van het complex, die zich uit solidariteitsoverwegingen bij de aktie hadden aangesloten, decla- reerden niettemin geen schade.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 29