28 september 1961
285
hoewel hij er helemaal niet zeker van is, dat het nu afdoende zal zijn.
Na hetgeen spreker nadien al heeft gehoord, vreest hij met grote vreze,
dat zal blijken, dat de veranderingen niet afdoende zijn. Spreker zal op
dit moment daar niet verder op ingaan. Het spijt hem, dat burgemeester
en wethouders niet zijn omgezwaaid en sprekers voorstel niet hebben
overgenomen.
De heer Schuitenmaker meent in het rapport gelezen te hebben, dat
goederen die als te stomen zijn opgegeven, nog steeds niet gestoomd zijn.
De heer Zegvvaart gelooft, dat mevrouw Vriesendorp zeer terecht heeft
opgemerkt, dat deze scherpe actie zo mag spreker het wel noemen,
want als men de laatste brief van het actiecomité leest moet het hem van
het hart, dat hij vrij scherp gesteld is erg is opgeblazen.
Spreker heeft destijds de suggestie gedaan, dat er van burgemeester
en wethouders een brief naar de bewoners zou uitgaan waarin werd me-
degedeeld, dat deze zaak nu ernstig is onderzocht en dat het euvel zo
spoedig mogelijk zou worden verholpen. Spreker heeft er toen bijgezegd,
dat een dergelijke brief waarschijnlijk de onrust, die bij de bewoners was
ontstaan, wel wat zou doen luwen. Uit gesprekken met bewoners is hem
gebleken, dat zij toegaven dat deze zaak wel een beetje is overtrokken.
Maar ook uit het feit, dat in de raad herhaaldelijk over deze zaak is
gesproken, hebben de mensen waarschijnlijk de moed geput om er een
schepje op te doen.
Er zijn raadsleden die slechts een gedeelte van de schade, die door de
commissie is vastgesteld, willen vergoeden n.l. de vloerbedekking. Spre-
ker gelooft, dat er voor de raad helemaal geen reden is om de schade-
bedragen die door de eommissie van onderzoek reeds zijn geminiseerd,
nog eens te gaan miniseren.
Mevr. Vriesendorp zegt, dat de klachten die er bij het betrekken van
de woningen al waren, toch meteen hadden kunnen worden geuit. Waarom
moest men daarmee wachten? Er is gezegd, dat het eigenlijk niet zo'n
rel is, maar als spreekster hoort, dat mensen die daar wonen zich erge-
ren aan deze actie, dan kan zij niet aan de gedachte ontkomen, dat het
toch wel een beetje waar is. Verder ergert zij zich er over, dat de schade-
opgaven van sommigen de indruk geven, dat zij wel wat zijn opgeschroefd
omdat de gemeente de schade wel zou vergoeden. Voor het vergoeden van
de schade aan vitrage of overgordijnen voelt spreekster toch eigenlijk
niets.
Mevr. van der Meulen begrijpt niet, waarom men steeds terugkomt op
het feit dat door enkele mensen de schade opgevoerd is. Men heeft nu af
te gaan op de schade die de commissie van deskundigen heeft geconsta-
teerd en op het schadebedrag dat door haar neutraal is vastgesteld. De
raad heeft alleen uit te maken of hij die wel of niet zal vergoeden.
Wethouder van Lent geeft toe, dat deze kwestie langer heeft gelopen
dan in de bedoeling van burgemeester en wethouders heeft gelegen. Men
mag echter niet vergeten, dat in de beruchte nacht van 4 op 5 december
de meeste gebreken eerst naar voren zijn gekomen. Spreker zal niet ont-
kennen, dat er van het begin af aan fouten aan de huizen kleefden.
De heer Schuitenmaker heeft gezegd, dat in het rapport van deskun-
digen gesproken wordt over overgordijnen die niet eens gestoomd zijn.
Dat hoeft z.i. geen bezwaar te vormen. De mogelijkheid bestaat, dat deze
mensen wachten op schadevergoeding voor zij hun gordijnen laten sto-
men. Men behoeft niet de eis te stellen, dat dit tevoren moet gebeuren.
Het lijkt spreker onjuist om deze zaak te splitsen. Als men vergoeding
wil geven dient z.i. alles te worden vergoed en niet gedeeltelijk. Mede in
verband met het feit, dat de gemeente zo'n groot huizenbezit heeft en het
heel goed mogelijk is dat een dergelijke kwestie zich zal herhalen, zijn