B
■bssb
28 september 1961
283
schien geen rel zijn ontstaan. De hele zaak is opgeblazen. Er zijn na-
tuurlijk zeer gerechtvaardigde klachten, maar spreekster heeft zelf ook
gehoord van mensen die daar wonen, dat ze maar meegedaan hebben
met de anderen. Spreekster is van de hele zaak een beetje misselijk. We
hebben ailemaal toen nogal veel Iekkage gehad. Zij heeft er toch zelf
niet aan gedacht om haar huiseigenaar op te bellen en schadevergoe-
ding te vragen voor haar overgordijnen die nat waren geworden doordat
haar vensterbanken wat scheef staan. Sommige opgegeven schade door
de bewoners vindt zij vrij flauw. Maar nu de gemeente toch bepaald in
gebreke is gebleven door veel te laat op de klachten te reageren, gelooft
spreekster, dat de gemeente de morele verplichting heeft om hun, die
werkelijk schade hebben gehad, vergoeding te geven en nu niet ook
flauw te doen door de schade niet royaal te vergoeden. Spreekster is
helemaal niet bang voor het scheppen van een precedent. Als men daar
bang voor is moet men helemaal geen schade vergoeden.
Ir. Kooijmans zegt, dat er in de commissie voor openbare werken on-
derscheid is gemaakt tussen twee soorten schade nl. schade aan gordij-
nen en schade aan vloerbedekking, omdat, zoais uit het verslag van de
commissie van onderzoek blijkt, de schade aan gordijnen grotendeels
voorkomen had kunnen worden wanneer er voorzorgsmaatregelen waren
getroffen. Condenswater komt in zeer veel woningen voor. De bewoners
moeten er dan zelf voor zorgen, dat hun vitrage en gordijnen niet nat
worden. De schade aan de vloerbedekking is voornamelijk ontstaan
doordat er constructiefouten aan de kozijnen waren.
Hoewel spreker aanvankelijk van mening was, dat geen enkele schade
behoeft te worden vergoed omdat z.i. ook de schade aan de vloerbedek-
king zo niet geheel dan toch voor een groot deel voorkomen had kunnen
worden, wil spreker wel meegaan met een schadevergoeding voor de
vaste vloerbedekking. Voor de eerstgenoemde schade, nl. die aan vitrage
en gordijnen, dient z.i. geen vergoeding te worden gegeven.
De heer Schuitenmaker wil zich bij de heer Kooijmans aansluiten.
Wethouder Van Lent noemt het geen eenvoudige zaak. Dit is ook al
in de commissies van openbare werken en voor de volkshuisvesting tot
uiting gekomen, waar men het in die kleine colleges ook al niet eens
kon worden. Er kwamen daar verschillende voorstellen naar voren en
spreker heeft toen het gevoel gekregen, dat het er, bij de behandeling
in de raad, niet eenvoudiger op zou worden.
Wanneer aangevoerd wordt, dat er geen overdreven voorstelling van
zaken van de zijde der bewoners aanwezig is, moet spreker dat ontken-
nen, want er is inderdaad een rel van gemaakt. Enkele bewoners zijn
langs de huizen gegaan om handtekeningen op een request te verzamelen
en zodoende is deze zaak op gang gekomen. Burgemeester en wethou-
ders hebben een onpartijdig onderzoek door 3 deskundigen doen instellen
en het daarvan opgemaakte rapport heeft voor de raad ter inzage ge-
legen. Burgemeester en wethouders staan op het standpunt en zij blijven
daarbij, dat, juridisch gezien, de bewoners geen recht hebben op vergoe-
ding. Het geven van een schadevergoeding omdat men een morele ver-
plichting voor de gemeente aanwezig acht, moeten burgemeester en wet-
houders ten sterkste ontraden, omdat hier niet te overziene consequen-
ties aan verbonden kunnen zijn. Neemt men echter het standpunt in, dat
de schade toch vergoed moet worden, dan krijgt men nog de moeilijkheid
of alles vergoed moet worden of alleen maar de vloerbedekking.
Mevr. van der Meulen is van mening, dat de raad alleen maar kan be-
sluiten de schade, genoemd in het rapport van de commissie van deskundi-
gen, te vergoeden. Zij is er van overtuigd, dat deze commissie de schade
zeer zuinig heeft getaxeerd. Naar haar mening moet er geen splitsing