132
4e Afd.
26 oktober 1961.
HERSTEL OUDE /AVEMVIJVERS.
Aan de Raad,
In onze brief van 18 mei 1961 deelden wij U, in aansluiting op onze
nota van 21 april 1961 en de daarop in Uw vergadering van. 27 april 1961
over het zwembad in onze gemeente gevoerde discussies mede, dat de aan
het grote, zuidelijke bassin van dit bad te treffen voorlopige voorzienin-
gen een uitgave zouden vorderen van ruim /44.000,terwijl de herstel-
werkzaamheden een periode van tenminste 10 weken in beslag zouden
nemen.
Wij waren met de commissie voor openbare werken van oordeel,
dat op dat moment geen maatregelen dienden te worden genomen en
deden U de toezegging de toestand nauwkeurig te zulien blijven gade-
slaan en na de zomer op deze aangelegenheid te zullen terugkomen.
De situatie, zoals deze zich het afgelopen seizoen ten aanzien van de
zwemvijvers heeft ontwikkeld, is zodanig, dat thans aan het oude bad
voorzieningen moeten worden getroffen om tot aan het tijdstip van
opensteiling van het nieuw te bouwen zwembad op enigszins redelijke
wijze in de behoefte aan zwemgelegenheid te kunnen voorzien.
De te treffen maatregelen zullen van zeer tijdelijke aard zijn, omdat
herstel van de vijvers voor een enigszins iangere periode zo al moge-
lijk in elk geval zeer kostbaar zou zijn.
In het afgelopen seizoen, waarin slechts de helft van het bad kon wor-
den opengesteld, is wel gebleken, dat, zodra het bezoek enigszins toe-
neemt, zich vooral moeilijkheden voordoen ten aanzien van de accomo-
datie en van de ondiepe bassins.
Wij hebben daarom doen onderzoeken op welke wijze deze accomodatie
en deze ondiepe bassins wederom volledig in de bedrijfsvoering zouden
kunnen worden ingeschakeld. Wij menen daarvoor een zeer aanvaardbare,
praktische oplossing te hebben gevonden.
Bij deze oplossing zullen de zwemvijvers -met uitzondering van het
grote, zuidelijke bassin weer volledig voor het publiek kunnen worden
opengesteld, hetgeen o.m. betekent, dat het schoolzwemmen, ieszwemmen
e.d. weer normaal kan plaats vinden.
De volgende voorzieningen zullen daartoe moeten worden getroffen:
1. het grote, zuidelijke bassin met de daaromheen liggende schuine tegel-
perrons, moet zodanig met draadwerk worden afgezet, dat de toegang
tot dit bassin voor het publiek volledig is afgesloten;
2. tussen het zuidelijke en noordelijke gedeelte der bassins dient een
vrije doorloop te worden gemaakt door het slopen van enige wissel-
cabines, en
3. zowel in het zuidelijke als in het noordelijke gedeelte dienen de vlon-
ders tussen het 60 cm en 100 cm bassin te worden verwijderd en ver-
volgens:
a. zal in het zuidelijke gedeelte het 100 cm bassin zodanig worden
opgehoogd, dat één groot bassin van 60 cm ontstaat;
b. zal in het noordelijk gedeelte het 60 cm bassin zodanig worden
uitgegraven, dat één groot instructie-bassin van 100 cm ontstaat.
Het totale bad zal, bij uitvoering van deze werkzaamheden, bestaan
uit één groot diep bassin met een oppervlakte van 1000 m2, één bas-
sin met een oppervlak van 400 m2 en een diepte van 1 meter en één
