126 4e afd. 26 oktober 1961. 6e WIJZIGING VAN DE ALGEMENE POLITIEVEBORDENING. Aan de Raad, I. Ingevolge artikel VI van de Politiewet is de aanstelling tot onbezoi- digd gemeenteveldwachter van hen, die op grond van artikel 224 der gemeentewet als zodanig waren aangesteld, met ingang van 1 januari 1961 vervallen. In verband hiermede is het gewenst de in artikel 8, onder b, van de A.P.V. geregelde aanwijzing tot opsporingsambtenaar te herzien. Onder de aldaar genoemde artikelen zijn namelijk niet opgenomen de artikelen, die betrekking hebben op gedragingen in Groenendaal en ten aanzien van plantsoenen, beplantingen e.d., aangezien de tech- nische ambtenaar van de plantsoenendienst een aanstelling als onbe- zoldigd gemeente-veldwachter bezat en uit dien hoofde dus als opspo- ringsambtenaar kon optreden. Wij stellen U voor de desbetreffende artikelen, t.w. de artikelen 35, 52, 113, 114, 120 en 276 thans in de sub b vermelde reeks op te nemen. Van deze gelegenheid kan tevens gebruik worden gemaakt in meer- genoemde reeks de artikelen 202a t/m 202d te vermelden, welke ar- tikelen bij Uw besluit van 27 oktober 1960, no. 144 in de verordening zijn opgenomen. Tenslotte komt het ons gewenst voor, nu door de in 1960 vastgestelde rechtspositieregelingen het formele onderscheid tussen „ambtenaren" en „werklieden" is vervallen, de in artikel 8, sub b, opgenomen aan- wijzing tot opsporingsambtenaar te beperken tot „de door burge- meester en wethouders aangewezen ambtenaren van Openbare Wer- ken". Wij stellen U voor tot de vorenstaande wijzigingen van de A.P.V. te besluiten door vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit. II. Reeds jarenlang wordt een aantal wegen met de daaraan grenzende tuinen verontreinigd door afstuivend zand van zandauto's. Zoals wij reeds meerdere malen in Uw vergadering hebben medegedeeld, heb- ben wij verschillende maatregelen genomen ter bestrijding van dit euvel, meestal slechts met tijdelijk succes. De grote moeilijkheid voor een succesvol optreden heeft steeds ge- legen in het ontbreken van een duidelijke en geheel passende straf- bepaling. Aangezien te verwachten is, dat het zandvervoer van de duinen naar de haven aan de Heemsteedse Dreef nog zeer geruime tijd zal worden voortgezet, hebben wij een strafbepaling doen ont- werpen, die het de politie mogelijk maakt steeds doeltreffend op te treden. Wij stellen U voor de Politieverordening aan te vullen met de be- doelde strafbepaling, welke als artikel 262a in bijgaand ontwerp is opgenomen. Heemstede, 18 oktober 1961. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard. De secretaris, A. van Wingerde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 5