152 2e afd. 30 november 1961. Artikel 6. Uiterlijk de 15e januari van elk jaar doen de in artikel 5 bedoelde orga- nisaties aan de voorzitter opgaaf van: a. de namen der op 1 januari van dat jaar bij haar aangesloten ambtena- ren, die bij de tak van dienst werkzaam zijn; b. de namen der ambtenaren, die zij ingevolge artikel 5 als leden en plaatsvervangende leden van de commissie hebben aangewezen. Artikel 7. Leden of plaatsvervangende leden van de dienstcommissie kunnen alleen zijn zij, die op 1 januari van het jaar van aanwijzing de leeftijd van 23 jaar hebben bereikt en bij de tak van dienst gedurende tenminste een jaar in dienstbetrekking werkzaam zijn. Artikel 8. 1. Voorzitter van de dienstcommissie is het hoofd van de tak van dienst; plaatsvervangend voorzitter is hij, die het hoofd van de tak van dienst als zodanig pleegt te vervangen. 2. De voorzitter wijst een ambtenaar bij de tak van dienst aan als secre- taris van de dienstcommissie. Artikel 9. 1. De samenstelling van de dienstcommissie behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders. 2. De voorzitter kan, indien hij de samenstelling van de commissie, uit een oogpunt van doelmatige vertegenwoordiging van het personeel, on- bevredigend aclit, daarvan mededelmg doen aan burgemeester en wet- houders. 3. Burgemeester en wethouders kunnen, de commissie voor georganiseerd overleg gehoord, de in artikel 5 bedoeide organisaties in de gelegen- heid stellen haar aanwijzing te herzien. Artikel 10. 1. De dienstcommissie beraadslaagt over alle onderwerpen betreffende de werkwijze van en de dienstvoorwaarden bij de tak van dienst, voor zo- ver deze behoren tot de bevoegdheid van het hoofd van de tak van dienst. 2. Met betrekking tot de taak van de commissie kunnen burgemeester en wethouders nadere regelen vaststellen. Artikel 11. Indien bij de behandeling van enig onderwerp, bedoeld in artikel 10, tussen de voorzitter en de meerderheid van de leden der commissie over- eenstemming wordt bereikt neemt het hoofd van de tak van dienst dien- overeenkomstig een beslissing. Artikel 12. 1. Indien bij de behandeling van enig onderwerp, bedoeld in artikel 10, tussen de voorzitter en de meerderheid van de leden der commissie geen overeenstemming wordt bereikt, doet de voorzitter daarvan mede- deling aan burgemeester en wethouders. 2. Indien dit onderwerp de dienstvoorwaarden betreft nemen burgemees- ter en wethouders terzake een beslissing.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 51